Er wordt een verticale streep
weergegeven wanneer u kaarslicht of
elektrisch licht in het donker opneemt.
Dit probleem treedt op wanneer het contrast
tussen het onderwerp en de achtergrond te
groot is. Dit duidt niet op een storing.
Er kan een verticale witte streep worden
weergegeven op een beeld dat is
opgenomen in fel licht.
Dit wordt het vlekeffect genoemd. Dit duidt
niet op een storing.
Er worden zwarte strepen weergegeven
als u een televisiescherm of
computerscherm opneemt.
Stel [
STEADYSHOT] in op [UIT] (p. 64).
Het beeld flikkert.
Dit probleem treedt op als u beelden opneemt
onder een fluorescerende lamp, natriumlamp
of kwiklamp. Dit duidt niet op een storing.
[NIV.AV.LCD] kan niet worden aangepast.
U kunt [NIV.AV.LCD] in de volgende gevallen
niet aanpassen:
Het LCD-scherm is gesloten op de camcorder
met het LCD-scherm naar buiten gericht.
De stroom wordt geleverd via de
netspanningsadapter.
Afspelen
Beelden kunnen niet worden afgespeeld.
Selecteer het opnamemedium dat u wilt
(HOME)
afspelen door
BEHEREN) [FILMMEDIA INST.]/
[FOTOMEDIA INST.] (p. 58) aan te raken.
Foto's kunnen niet worden afgespeeld.
Foto's kunnen niet worden afgespeeld als u
bestanden of mappen hebt aangepast, of als u
de gegevens hebt bewerkt op een computer.
(De bestandsnaam knippert in dat geval.) Dit
duidt niet op een storing.
Foto's die op andere apparaten zijn
opgenomen, kunnen mogelijk niet worden
afgespeeld. Dit duidt niet op een storing.
wordt weergegeven op een beeld op
het scherm VISUAL INDEX.
Dit kan worden weergegeven op beelden die
op andere apparaten zijn opgenomen, op een
computer zijn bewerkt, enzovoort.
U hebt de netspanningsadapter of de accu
verwijderd voordat het toegangslampje is
uitgeschakeld na het opnemen. Dit kan uw
beeldgegevens beschadigen en
weergegeven.
wordt weergegeven op een beeld op
het scherm VISUAL INDEX.
Het beelddatabasebestand is mogelijk
beschadigd. Controleer het databasebestand
door
BEHEREN) [BLD.DB.BEST.REP.]
het opnamemedium aan te raken. Als de
aanduiding nog steeds wordt weergegeven,
verwijdert u het beeld dat is gemarkeerd met
U hoort geen geluid of bijna geen geluid
tijdens het afspelen.
Zet het volume hoger (p. 35).
Er wordt geen geluid uitgevoerd als het
LCD-scherm is gesloten. Open het
LCD-scherm.
Als u geluid opneemt met [MICR.NIVEAU]
(p. 82) ingesteld op [LAAG], is het opgenomen
geluid wellicht slecht hoorbaar.
Het geluid uit het linker- en rechterkanaal
kan uit balans zijn wanneer u films
(MEDIA
afspeelt op computers of andere
apparaten.
Wijzig het conversietype voor het geluid
(downmix-type) wanneer u het geluid afspeelt
op 2-kanaals stereoapparaten. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing bij het weergaveapparaat
voor meer informatie.
Wijzig het geluid naar 2-kanaals geluid bij
het maken van een schijf met de bijgeleverde
software "PMB".
8
(HOME)
(MEDIA
(p. 43).
wordt