Tips
Als u de accu vervangt terwijl [AUTO] is geselecteerd, of de camcorder van binnen naar buiten brengt (of
andersom), selecteert u [AUTO] en richt u de camcorder ongeveer 10 seconden op een wit voorwerp in
de buurt voor een betere aanpassing van de kleurbalans.
Als de witbalans is ingesteld met [EEN DRUK] en de lichtomstandigheden veranderen omdat u de
camcorder van binnen naar buiten brengt (of andersom), moet u de procedure [EEN DRUK] opnieuw
uitvoeren om de witbalans aan te passen.
FADER
U kunt de volgende effecten toevoegen aan de overgang tussen twee scènes.
Selecteer het gewenste effect bij [STBY] (voor infaden) of [OPN] (voor uitfaden).
Procedure
In de opnamestand:
UIT
FADER WIT
FADER ZWART
Als u de fader wilt annuleren voordat deze wordt gestart, raakt u [UIT] aan.
Tips
Als u op START/STOP drukt, wordt de instelling gewist.
INT.ZOOMMICR. (Ingebouwde zoommicrofoon)
U kunt een film opnemen met directioneel geluid bij het in- of uitzoomen.
Procedure
In de opnamestand:
instelling
UIT
AAN ( )
(OPTION)
[FADER]
Er wordt geen effect gebruikt.
In- of uitfaden met wit effect.
In- of uitfaden met zwart effect.
(OPTION)
[INT.ZOOMMICR.]
Het geluid wordt niet opgenomen op basis van het in- of uitzoomen.
Het geluid wordt opgenomen op basis van
het in- of uitzoomen.
81
de gewenste instelling
Uit
Uit
de gewenste
In
In