Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Voertuig Starten; Het Voertuig Tot Stilstand Brengen - Club Car Villager 2005 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

• Breng een geladen voertuig nooit op een helling tot stilstand. Als een geladen voertuig op een hel-
ling moet stoppen, moet u abrupt optrekken of achteruitrollen en onverhoeds stoppen vermijden.
Als u deze waarschuwing negeert, zou het voertuig kunnen omkantelen.
• Om de verwonding van een onoplettende passagier en/of beschadiging van het voertuig te voor-
komen, mag u nooit abrupt optrekken, stoppen of draaien.
• Pas uw snelheid aan de conditie van het terrein (bijvoorbeeld nat gras of oneffen terrein) aan om te
voorkomen dat u de controle over het voertuig verliest of het voertuig doet kantelen.
• Gebruik het voertuig niet op de openbare weg. Het is niet gemaakt of bedoeld voor gebruik op
straat en mag niet worden geregistreerd voor gebruik op de openbare weg.
• Het voertuig mag uitsluitend door getrainde bestuurders en op voorgeschreven terreinen worden
gebruikt.
• Rijd niet onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen.
• Gebruik de remmen om de snelheid te verminderen wanneer u van een helling rijdt.
Niemand mag het voertuig besturen zonder zich vertrouwd te hebben gemaakt met de werking en het juiste gebruik
van de bedieningen. Beginnende chauffeurs moeten een proefrit maken onder begeleiding van een ervaren
bestuurder voordat zij het voertuig alleen gaan besturen.
Om het veilige gebruik van het voertuig te verzekeren, moet u alle volgende procedures stipt volgen. Lees alle
instructies en zorg dat u ze begrijpt voor u het voertuig bestuurt.

HET VOERTUIG STARTEN

1. Zorg ervoor dat de lading goed bevestigd is.
2. Zorg ervoor dat iedereen zit en zich vasthoudt aan de handgrepen van de zitting of de relingen. De bestuurder
moet met beide handen het stuur vasthouden.
3. Lees de veiligheidswaarschuwingen op het dashboard en/of boven de pedalen.
4. Zorg dat de wielen in de gewenste richting gedraaid zijn.
5. Draai de contactsleutel op aan (ON). Controleer of de weg vrij is.
6. Kies de rijrichting door de vooruit-/achteruithendel of -schakelaar in de gewenste stand te plaatsen
(F = vooruit, R = achteruit). Wanneer de vooruit-/achteruithendel of -schakelaar in ACHTERUIT (R) staat,
geeft een zoemer een waarschuwingssignaal.
7. Druk langzaam het gaspedaal in. De parkeerrem wordt automatisch uitgeschakeld en het voertuig zet zich in
beweging. Als u het gaspedaal blijft indrukken, gaat het voertuig sneller rijden tot het de maximumsnelheid
bereikt.
WAARSCHUWING
• De bestuurder moet bij het afdalen van hellingen de snelheid beperken.
• Uitsluitend IQ System-voertuigen: Remmen met ingedrukte pedaal of met niet-ingedrukte pedaal
kan worden gebruikt om tijdens afdalingen de snelheid te beperken. Het terrein of andere omstan-
digheden kunnen het echter nodig maken om niet alleen de motorrem maar ook het rempedaal te
gebruiken.

HET VOERTUIG TOT STILSTAND BRENGEN

WAARSCHUWING
• Door water rijden kan de werking van de remmen aantasten. Controleer de werking van de remmen
door het rempedaal voorzichtig in te drukken. Indien het voertuig niet normaal langzamer gaat
rijden, moet u het rempedaal blijven indrukken tot de remmen droog zijn en weer normaal werken.
pagina 22
Handleiding voor de eigenaar van een elektrisch gebruiksvoertuig van 2005
Rij-instructies

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Transporter 2005

Inhoudsopgave