HOOFDSTUK 6 • Verzorging infuusplaats en laden reservoir
6.2 Gebruiksaanwijzing van
reservoir
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor
het reservoir in de doos met het
t:slim-X2™-reservoir voor volledige
specificaties.
6.3 Vullen en laden van een
t:slim-reservoir
In dit deel wordt beschreven hoe u het
reservoir vult met insuline en hoe u het
reservoir in uw t:slim X2-pomp plaatst.
Het reservoir voor eenmalig gebruik kan
maximaal 300 eenheden (3,0 ml)
insuline bevatten.
⚠ WAARSCHUWING
Gebruik ALLEEN de insulines U-100 Humalog of
U-100 NovoRapid met uw pomp. Alleen
U-100 Humalog en NovoRapid zijn getest en
compatibel bevonden voor gebruik in de pomp.
Gebruik van insuline met een lagere of hogere
concentratie kan leiden tot toediening van te
veel of te weinig insuline. Dat kan resulteren in
voorvallen vanwege hypoglycemie (lage BG) of
hyperglycemie (hoge BG).
86
⚠ WAARSCHUWING
Gebruik ALTIJD reservoirs die zijn vervaardigd
door Tandem Diabetes Care. Gebruik van
reservoirs van een ander merk kan leiden tot
een te hoge of te lage toediening van insuline.
Dat kan resulteren in voorvallen vanwege
hypoglycemie (lage BG) of hyperglycemie
(hoge BG).
⚠ WAARSCHUWING
Gebruik reservoirs NIET opnieuw. Hergebruik
van reservoirs kan leiden tot een te hoge of te
lage toediening van insuline. Dat kan resulteren
in voorvallen vanwege hypoglycemie (lage BG)
of hyperglycemie (hoge BG).
BEGIN MET HET VOORBEREIDEN
VAN HET VOLGENDE:
•
1 ongeopend reservoir
•
injectiespuit van 3,0 ml en vulnaald
•
één injectieflacon met compatibele
insuline
•
alcoholdoekje
•
1 nieuwe infuusset
•
gebruiksaanwijzing van de infuusset
⚑ OPMERKING
De pomp piept of trilt (afhankelijk van de
pompinstellingen) terwijl de slang met insuline
wordt gevuld. Zie
Deel 4.13 Geluidsvolume
informatie over het wijzigen van de
geluidsinstelling voor Slang vullen.
⚑ OPMERKING
Verwijder het gebruikte reservoir NIET uit de
pomp tijdens het laadproces voordat hierom op
het pompscherm wordt gevraagd.
⚑ OPMERKING
Control-IQ™-technologie blijft berekeningen
uitvoeren op basis van CGM-waarden terwijl het
reservoir wordt gevuld. Aangezien er tijdens het
vullen van het reservoir geen insuline wordt
toegediend, zullen er geen daadwerkelijke
aanpassingen van de basaalsnelheid
plaatsvinden totdat het reservoir is gevuld en
weer op de pomp is geladen. De
Control-IQ-technologie begint dan onmiddellijk
normaal te werken.
voor