23.2 Opstartkalibratie
Als u aan het begin van een
sensorsessie geen sensorcode hebt
ingevoerd, vraagt het systeem u om
kalibratie om nauwkeurige informatie te
kunnen verstrekken.
⚑ OPMERKING
De instructies in dit onderdeel gelden niet als u
de sensorcode hebt ingevoerd toen u de
sensorsessie startte.
Twee uur nadat u de sensorsessie
hebt gestart, wordt het scherm
CGM KALIBREREN weergegeven,
met de melding dat u twee
afzonderlijke BG-waarden van uw
bloedglucosemeter moet invoeren. De
bloedglucosemetingen van uw sensor
verschijnen pas nadat de pomp de
BG-waarden heeft geaccepteerd.
1. Tik op het scherm CGM
KALIBREREN op
.
OK
Het CGM-startscherm wordt
weergegeven met twee
bloeddruppels rechtsboven op het
scherm. De twee bloeddruppels
blijven op het scherm staan tot u
HOOFDSTUK 23 • Het kalibreren van uw CGM-systeem
twee afzonderlijke BG-waarden
hebt ingevoerd om te kalibreren.
2. Was en droog uw handen,
controleer of uw
bloedglucoseteststrips op een juiste
manier zijn bewaard en niet zijn
verlopen en controleer of uw meter
correct is gecodeerd (indien
vereist).
3. Voer een BG-meting uit met uw
bloedglucosemeter. Breng het
bloedmonster voorzichtig aan op
de teststrip en volg hierbij de
instructies van de fabrikant van
uw bloedglucosemeter.
⚠ VOORZORGSMAATREGEL
Gebruik uw VINGERTOPPEN om te
kalibreren met behulp van uw
bloedglucosemeter. Bloed van andere
locaties zal minder nauwkeurig zijn en
minder gemakkelijk verkregen kunnen
worden.
4. Tik op OPTIES.
5. Tik op de Pijl omlaag.
6. Tik op Mijn CGM.
7. Tik op CGM kalibreren.
8. Voer de BG-waarde van uw
bloedglucosemeter in met het
toetsenbord op het scherm.
⚠ VOORZORGSMAATREGEL
Om het systeem te kalibreren, MOET u de
door uw bloedglucosemeter aangegeven
BG-waarde binnen 5 minuten na een
zorgvuldig verrichte meting invoeren.
Voer geen bloedglucosewaarden van de
sensor in voor kalibratie. Als u onjuiste
BG-waarden invoert, BG-waarden invoert
die meer dan 5 minuten voor het invoeren
zijn verkregen, of bloedglucosemetingen
van de sensor invoert, kan dit de prestaties
van de sensor beïnvloeden en kan dit leiden
tot het niet opmerken van ernstige
hypoglycemie (lage BG) of hyperglycemie
(hoge BG).
9. Tik op
.
10. Tik op
om de kalibratie te
bevestigen.
Tik op
als de BG-waarde niet
exact gelijk is aan de waarde van
uw bloedglucosemeter. Het
toetsenbord verschijnt weer op het
207