Download Print deze pagina

Tandem t:slim X2 Gebruikershandleiding pagina 27

Verberg thumbnails Zie ook voor t:slim X2:

Advertenties

Control-IQ-technologie te laten starten en veilig
te laten werken.
⚠ WAARSCHUWING
De t:slim X2-insulinepomp met
Control-IQ-technologie mag niet worden
gebruikt bij kinderen jonger dan zes jaar.
⚠ WAARSCHUWING
Laat NIET toe dat kleine kinderen (zowel
pompgebruikers als niet-gebruikers) kleine
onderdelen inslikken, zoals de rubberen
USB-poortafdekking of onderdelen van het
reservoir. Kleine onderdelen kunnen een
verstikkingsgevaar opleveren. Wanneer deze
kleine onderdelen worden ingeslikt, kunnen ze
inwendig letsel of infectie veroorzaken.
⚠ WAARSCHUWING
De pomp bevat onderdelen (zoals de USB-kabel
en de slang van de infuusset) die een risico van
verwurging of verstikking kunnen opleveren.
Gebruik altijd de juiste lengte infuussetslang en
leg de kabels en slang zodanig dat het risico van
verwurging wordt geminimaliseerd. ZORG dat
deze onderdelen op een veilige plaats worden
bewaard wanneer ze niet worden gebruikt.
⚠ WAARSCHUWING
Bij patiënten die hun ziekte niet zelf behandelen,
moet de functie Beveiligingspin ALTIJD aan zijn
wanneer de pomp niet wordt gebruikt door een
zorgverlener. De functie Beveiligingspin is
bedoeld om te voorkomen dat het scherm per
ongeluk wordt aangetikt of knoppen worden
ingedrukt waardoor insuline wordt toegediend of
pompinstellingen worden gewijzigd. Zulke
veranderingen kunnen resulteren in voorvallen
van hypoglycemie (lage BG) of hyperglycemie
(hoge BG). Zie
Deel 4.14 Beveiligingspin in- of
uitschakelen
voor informatie over het
inschakelen van de beveiligingspinfunctie.
⚠ WAARSCHUWING
Bij patiënten voor wie de insulinetoediening
wordt beheerd door een verzorger, moet de
functie Snelle bolus ALTIJD worden
uitgeschakeld om onbedoelde toediening van
een bolus te voorkomen. Als de Beveiligingspin
is ingeschakeld, is de functie Snelle bolus
automatisch uitgeschakeld. Per ongeluk op het
scherm tikken, op knoppen drukken of
manipuleren van de insulinepomp kan leiden tot
te veel of te weinig toegediende insuline. Dat
kan resulteren in voorvallen vanwege
hypoglycemie (lage BG) of hyperglycemie
(hoge BG). Zie
Deel 4.14 Beveiligingspin in- of
uitschakelen
voor informatie over het
uitschakelen van de beveiligingspinfuctie.
1.10 Noodpakket
U moet altijd een geschikt noodpakket bij
u hebben. Dit pakket moet in ieder geval
een insulinespuit en flacon insuline
HOOFDSTUK 1 • Inleiding
bevatten, of een voorgevulde insulinepen
als back-up voor noodsituaties. Overleg
met uw zorgverlener welke artikelen dit
pakket moet bevatten.
Enkele voorbeelden van wat u moet
opnemen in uw dagelijkse noodpakket
zijn:
Benodigdheden voor het
testen van BG: meter, strips,
controleoplossing, lancetten,
batterijen voor de meter
Snelwerkende koolhydraten om
lage BG te behandelen
Extra snack voor een langer effect
dan snelwerkende koolhydraten
Noodpakket met glucagon
Snelwerkende insuline en spuiten of
een voorgevulde insulinepen en
pennaalden
Infuussets (minimaal 2 stuks)
Reservoirs voor de insulinepomp
(minimaal 2 stuks)
Producten om de infuuslocatie voor
te bereiden (antiseptische doekjes,
huidkleefmiddel)
Diabetesidentificatiekaart of
-sieraad
25

Advertenties

loading

Gerelateerde Producten voor Tandem t:slim X2