koolhydratenratio('s), correctiefactor(en),
doel-BG en duur van de insulinewerking bepalen
en u helpen met het aanpassen daarvan.
Bovendien kan alleen uw zorgverlener bepalen
wat uw CGM-instellingen horen te zijn en hoe
u de trendgegevens van uw sensor moet
gebruiken bij de behandeling van uw diabetes.
Onjuiste instellingen kunnen leiden tot een te
hoge of te lage toediening van insuline. Dat kan
resulteren in voorvallen vanwege hypoglycemie
(lage BG) of hyperglycemie (hoge BG).
⚠ WAARSCHUWING
Zorg dat u er ALTIJD op bent voorbereid om
insuline te injecteren via een andere methode,
voor het geval dat de toediening door welke
oorzaak dan ook wordt onderbroken. Uw pomp is
ontworpen voor een betrouwbare toediening van
insuline, maar omdat hij alleen snelwerkende
insuline gebruikt, krijgt u geen langwerkende
insuline in uw lichaam. Als u geen alternatieve
methode voor insulinetoediening achter de hand
houdt, loopt u het risico van zeer hoge BG of
diabetische ketoacidose (DKA).
⚠ WAARSCHUWING
Gebruik UITSLUITEND reservoirs en infuussets
met passende connectors en volg de instructies
voor gebruik. Als u dit niet doet, kan dit een te
hoge of te lage toediening van insuline
veroorzaken, met hypoglycemie (lage BG) of
hyperglycemie (hoge BG) tot gevolg.
⚠ WAARSCHUWING
Plaats uw infuusset NIET op littekens, knobbels,
moedervlekken, zwangerschapsstriemen of
tatoeages. Als u uw infuusset op deze plaatsen
aanbrengt, kan dat leiden tot zwelling, irritatie of
infectie. Dit kan de absorptie van insuline
aantasten en hoge of lage BG veroorzaken.
⚠ WAARSCHUWING
Volg ALTIJD nauwkeurig de gebruiksaanwijzing
van de infuusset voor correcte plaatsing en
verzorging van de infuusplaats, omdat er anders
te veel of te weinig insuline kan worden
toegediend of infectie kan ontstaan.
⚠ WAARSCHUWING
Vul uw slang NOOIT wanneer uw infuusset is
verbonden met uw lichaam. Zorg altijd dat de
infuusset is ontkoppeld van uw lichaam voordat
u de slang vult. Als u uw infuusset niet losmaakt
van uw lichaam voordat u de slang vult, kan dit
een te hoge toediening van insuline tot gevolg
hebben. Dat kan resulteren in hypoglycemie
(lage BG).
⚠ WAARSCHUWING
NOOIT reservoirs hergebruiken of reservoirs
gebruiken die niet zijn gemaakt door
Tandem Diabetes Care. Het gebruik van
reservoirs die niet zijn geproduceerd door
Tandem Diabetes Care of hergebruik van
reservoirs kan leiden tot een te hoge of te lage
HOOFDSTUK 2 • Belangrijke veiligheidsinformatie
toediening van insuline. Dat kan resulteren in
voorvallen vanwege hypoglycemie (lage BG) of
hyperglycemie (hoge BG).
⚠ WAARSCHUWING
Draai de slangconnector tussen de
reservoirslang en de infuussetslang ALTIJD een
extra kwartslag aan om zeker te zijn van een
stevige aansluiting. Door een losse aansluiting
kan insuline lekken, waardoor er te weinig
insuline wordt toegediend. Maak in het geval
van een losse aansluiting de infuusset eerst los
van uw lichaam voordat u de aansluiting
vastdraait. Dat kan een voorval van
hyperglycemie (hoge BG) veroorzaken.
⚠ WAARSCHUWING
De slangconnector tussen de reservoirslang en
de infuussetslang NIET ontkoppelen. Maak in
het geval van een losse aansluiting de infuusset
eerst los van uw lichaam voordat u de
aansluiting vastdraait. Als u de infuusset niet
eerst losmaakt, kan dit een te hoge toediening
van insuline tot gevolg hebben. Dat kan
hypoglycemie (lage BG) veroorzaken.
⚠ WAARSCHUWING
Verwijder GEEN insuline uit een gevuld reservoir
en voeg er GEEN insuline aan toe nadat het
reservoir in de pomp is geplaatst. Dit heeft een
onnauwkeurige weergave van het insulineniveau
op het startscherm tot gevolg en de insuline kan
29