HOOFDSTUK 24 • CGM-gegevens weergeven op uw t:slim X2-insulinepomp
24.1 Overzicht
⚠ WAARSCHUWING
Negeer NIET hoe u zich voelt. Als de
bloedglucosewaarschuwingen en -waarden niet
overeenstemmen met hoe u zich voelt, gebruik
dan uw bloedglucosemeter om beslissingen
over uw diabetesbehandeling te nemen, of roep
zo nodig direct medische hulp in.
De pompschermen in dit deel
tonen het scherm wanneer de
Control-IQ™-technologie is
uitgeschakeld. Voor informatie over
CGM-schermen wanneer de
Control-IQ-technologie is
ingeschakeld: zie
Deel 30.9
Control-IQ-technologie-informatie op
uw
scherm.
Tijdens een actieve sensorsessie
worden er om de 5 minuten
CGM-waarden naar uw pomp
gestuurd. In dit hoofdstuk wordt
uitgelegd hoe u de glucosemetingen
van uw sensor en trendinformatie moet
interpreteren. De trendgrafiek geeft
aanvullende informatie die uw
bloedglucosemeter niet geeft. Deze
toont uw actuele bloedglucosewaarde,
de richting waarin deze verandert en
hoe snel deze verandert. De
210
trendgrafiek kan ook laten zien waar uw
glucose is geweest gedurende een
bepaalde periode.
Uw bloedglucosemeter meet
bloedglucose in uw bloed. Uw sensor
meet glucose in uw interstitiële vloeistof
(de vloeistof onder uw huid). Omdat de
bloedglucose in verschillende
vloeistoffen wordt gemeten, kunnen de
waarden van de bloedglucosemeter en
die van de sensor van elkaar
verschillen.
Het grootste voordeel van continue
glucosemonitoring is de
trendinformatie. Het is belangrijk dat u
zich concentreert op de trends en de
veranderingssnelheid op uw zender of
pomp in plaats van op de exacte
bloedglucosewaarde.
Druk op de knop Scherm aan/Snelle
bolus om het scherm aan te zetten. Als
er een CGM-sessie actief is, ziet u het
CGM-startscherm met daarop de
trendgrafiek van 3 uur.
•
De actuele tijd en datum worden
bovenaan op het scherm in het
midden weergegeven.
•
Elke "stip" in de trendgrafiek is een
bloedglucosemeting van uw sensor,
die om de 5 minuten wordt gemeld.
•
Uw instelling voor de waarschuwing
bij hoge bloedglucose wordt in de
trendgrafiek weergegeven als een
oranje lijn.
•
Uw instelling voor de waarschuwing
bij lage bloedglucose wordt in de
trendgrafiek weergegeven als een
rode lijn.
•
De grijze zone markeert uw
glucosestreefbereik, tussen de
waarschuwingen bij hoge en lage
glucose.