Inhoudsopgave
Advertenties
6
Machine-instellingen
6.4.4
Voorbeelden voor correctie van de strooierinstelling:
De volgende voorbeelden zijn geldig voor beide passagevarianten.
Indien ondanks de verstelling van de als tweede genoemde strooischoep het
gewenste resultaat nog steeds niet wordt bereikt, kan de eerstgenoemde
strooischoep eveneens worden versteld.
1 Strooibreedte te breed
2 Strooibreedte te smal
74
Testresultaat Mestverdeling
Situatie B
Hoeveelheid
mest neemt van
rechts naar links
af (of omge-
keerd).
Situatie C
Te weinig mest
in het tractor-
spoor.
Situatie D
Te weinig mest
in de overlap-
pingszones.
Positie van eerstgenoemde strooischoep op de eerstvolgende kleinere
werkbreedte overeenkomstig de strooitabel instellen.
bijv. E4-C1 (18 m) op instelwaarde D4-C1 (15 m).
Positie van eerstgenoemde strooischoep op de eerstvolgende grotere
werkbreedte overeenkomstig de strooitabel instellen.
bijv. D4-C1 (15 m) op instelwaarde E4-C1 (18 m).
Maatregel, controle
Zijn links en rechts dezelfde strooischoe-
pen ingesteld?
Instelling doseerschuif links en rechts
gelijk?
Rijdoorgangafstanden gelijk?
Rijdoorgangen parallel?
Trad er tijdens de meting een sterke zij-
wind op?
Mestvolume in overlappingszone vermin-
deren:
de in de strooitabel als tweede genoemde
strooischoep terugzetten (op kleinere
waarde).
bijv. C3-B2 op instelwaarde C3-B1.
Als deze hoekcorrectie van de als tweede
genoemde strooischoep ontoereikend is,
de lengte inkorten.
bijv. C3-B1 op instelwaarde C3-A1.
Mestvolume in tractorspoor verminderen:
de in de strooitabel als tweede genoemde
strooischoep verzetten (op hogere
waarde).
bijv. E4-C1 op instelwaarde E4-C2.
Als deze hoekcorrectie van de als tweede
genoemde strooischoep ontoereikend is,
dan de strooischoep verlengen.
bijv. E4-C2 op instelwaarde E4-D2.
Advertenties
Inhoudsopgave
