7 Schuif de cardanasbevei-
liging met slangklem over
de cardanas en leg deze
tegen de drijfwerkhals
(niet vastdraaien).
8 Verdraai de cardanas-
beveiliging in blokkeer-
stand.
9 Draai de aanzetbout vast.
10 Draai de slangklem vast.
Aanwijzingen voor de demontage:
Demontage van de cardanas geschiedt in omgekeerde volgorde van de
aanbouw.
Gebruik de ophangketting niet voor ophangen van de cardanas.
Leg de gedemonteerde cardanas altijd op de hiervoor bestemde houder.
Afb. 5.18
Afb. 5.19
Afb. 5.20: Cardanashouder
Inbedrijfstelling
41
5