8.11
Controleer de instelling van het roerwerk
1 Het roerwerk in de roerwerkas plaatsen en de bajonetsluiting vergrende-
2 Vergrendeld roerwerk naar boven trekken.
Afb. 8.15: Instelling van het roerwerk
Situatie 1: Het roerwerk heeft te veel lucht tot aan de bodem van de
voorraadbak.
Situatie 2: De afstand is kleiner dan 1 mm.
Situatie 3: Het roerwerk kan niet meer vergrendelen.
Let er bij de montage van de strooischijven met name op een vrije doorgang
AANWIJZING
tussen strooischoepen en uitloop. Zie
pagina
len.
De afstand tussen de onderkant van het roerwerk en de bodem van
de voorraadbak moet nu 1 mm bedragen.
Ter controle een onderlegplaatje van 1 mm of metalen plaatje ge-
bruiken.
Overbrenging door uitnemen van onderlegplaatjes bij de 3 bevestigings-
schroeven dieper laten zakken. Evt. een doorlopende metalen strip gelijk-
matig tegen de vier schroeven van de voorraadbak leggen.
Op de overbrenging dienovereenkomstig dikke onderlegplaatjes gelijk-
matig tegen de 3 bevestigingsschroeven leggen.
De dwarspen zit te laag.
Op de overbrenging dienovereenkomstig dikke onderlegplaatjes gelijk-
matig tegen de 3 bevestigingsschroeven leggen.
97.
Onderhoud
8.9.2: Strooischijven monteren,
8
99