9
Waardevolle aanwijzingen voor het strooien
9.4
Handelwijze bij het strooien op de wendakker
Om een optimaal werken langs de veldgrens te kunnen waarborgen, is het
nauwkeurig aanleggen van de rijdoorgangen absoluut noodzakelijk.
Grensstrooien
Bij het strooien langs de veldgrens met standaard uitrusting c.q. met de op
afstand bedienbare grensstrooivoorziening TELIMAT:
Normaal strooien
Let bij het verder strooien in het veld na het strooien in de randstrooidoorgang
op het volgende:
De schuiven bij het heen en weer
rijden op verschillende afstanden
van de veldgrens sluiten of openen.
Wanneer u deze aanwijzingen in acht neemt, zorgt u voor een milieuvriende-
lijke en kostenbewuste werkwijze.
114
De eerste rijdoorgang (randrij-
doorgang T) op een afstand van
de halve werkbreedte (x) van de
veldrand aanleggen.
Bij gebruik van de TELIMAT deze uit het strooibereik zwenken.
Schuiven openen: bij heen rij-
den op een afstand van ca.
1 werkbreedte (x) van de
randrijdoorgang (T).
Schuiven sluiten: bij terug rijden
op een afstand van ca. een
halve werkbreedte (x) tot de
randrijdoorgang (T).
Afb. 9.2: Grensstrooien
Afb. 9.3: Normaal strooien