PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA – BENZINEVOERTUIGEN
VAST INTERVAL
Maandelijks onderhoud door eigenaar
of getrainde monteur
Halfjaarlijks onderhoud, uitsluitend
door getrainde monteur (of iedere
50 gebruiksuren, wat het eerst van
toepassing is)
Jaarlijks onderhoud, uitsluitend door
getrainde monteur (of iedere
100 gebruiksuren, wat het eerst van
toepassing is)
Tweejaarlijks onderhoud, uitsluitend
door getrainde monteur (of iedere
200 gebruiksuren, wat het eerst van
toepassing is)
ý
WAARSCHUWING
• Indien bij een vaste inspectie of onderhoudsbeurt problemen aan het licht komen, mag u het voer-
tuig niet gebruiken tot het gerepareerd is. Het achterwege laten van noodzakelijke reparaties kan
brand, materiële schade en ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Handleiding voor de eigenaar van een Carryall 232-voertuig, model 2006
ONDERHOUD
Motor
Banden
Voertuig algemeen
Accu
Voorwieluitlijning en wielvlucht
Elektrische bedrading en aansluitingen
Remsysteem
Motor
Luchtinlaat motor
Voertuig algemeen
Benzinefilters
Periodieke onderhoudsschema's
Controleer het oliepeil van de motor,
ververs indien nodig. Zie Periodieke
smeerschema's op pagina 34.
Controleer de inlaat van de koellucht van
de motor; reinig indien nodig. Kijk of het
niet afgedekte gedeelte rond de
motoruitlaat gras of vuil bevat en maak het
indien nodig schoon.
Controleer de spanning en stel zo nodig
bij. Zie Voertuigspecificaties op
pagina 48.
Maak motorcompartiment en onderkant
van voertuig schoon. Was de motor niet
wanneer deze warm is.
Maak polen en behuizing schoon,
controleer niveau van het elektrolyt.
Zie Accu – benzinevoertuigen op
pagina 41.
Controleer en stel zo nodig bij.
Zie hoofdstuk 7 – Besturing en
voorophanging, van de relevante
onderhouds- en servicehandleiding.
Controleer op bevestiging en
beschadiging.
Controleer remschoenen; vervang indien
nodig.
Smeer de remschuiven. Zie Periodieke
smeerschema's op pagina 34.
Controleer remkabels op schade; vervang
indien nodig.
Controleer op lekken bij pakkingen,
vulpluggen, enz.
Inspecteer en reinig bougie; stel afstand
bij; vervang indien nodig.
Controleer luchtfilterelement, maak
schoon of vervang.
Controleer de bevestiging van de
klemmen; controleer de slang op barsten.
Controleer op losse bouten en moeren
en draai vast, indien nodig.
Vervang. Gooi gebruikte filters op gepaste
wijze weg.
Pagina 33