Voorkeuze-instellingen
Voorkeuze-instellingen
U kunt vooraf een aantal beeldgerelateerde voorkeuze-opties instellen. Nadat u individuele instellingen hebt
aangepast aan uw wensen, kunt u de gehele set in de camcorder of op de SD-kaart opslaan als een bestand met
voorkeuze-instellingen. U kunt het bestand dan op een later tijdstip laden om de huidige instellingen te wijzigen in
96
de voorkeuzeniveaus die u hebt geselecteerd. U kunt de voorkeuze-instellingen zelfs insluiten in clips die zijn
opgenomen op een CF-kaart of in foto's die zijn gemaakt op een SD-kaart. Maar u kunt de camcorder ook clips
laten opnemen en foto's laten maken zonder voorkeuze-instellingen in te sluiten.
U kunt in de camcorder maximaal 9 verschillende bestanden met voorkeuze-instellingen opslaan en maximaal 20
op een SD-kaart. Bestanden met voorkeuze-instellingen kunt u kopiëren tussen de camcorder en opnamemedia.
Bestanden met voorkeursinstellingen die zijn gemaakt met eerdere Canon-camcorders, kunt u niet gebruiken op
deze camcorder. Bestanden met voorkeuze-instellingen die u met deze camcorder hebt gemaakt, kunt u alleen
gebruiken op de XF105 en XF100.
Bedieningsstanden:
Beschikbare voorkeuze-instellingen
Categorie
Instellingen die gerelateerd zijn aan
lichte en donkere tonen
Instellingen die zijn gerelateerd aan
scherpte en ruis
Instellingen die zijn gerelateerd aan
kleur
Bestanden met voorkeuze-instellingen selecteren
Selecteer een bestand met voorkeuze-instellingen om de instellingen
hiervan toe te passen op uw opnamen of om het bestand te bewerken,
hernoemen, beveiligen of verzenden.
1 Open het submenu [Custom Picture].
[l Camera Setup]
2 Selecteer [K X Select File] en druk vervolgens op SET.
• Er verschijnt een lijst van bestanden met voorkeuze-instellingen in de camcorder en op de SD-kaart.
Bestanden in de camcorder beginnen met [C1] t/m [C9]; bestanden op de SD-kaart beginnen met [SD1]
t/m [SD20].
3 Selecteer het gewenste bestand en druk vervolgens op SET.
• Pas de bestandsinstellingen toe door de MENU-knop in te drukken om het menu te verlaten. Aan de
linkerzijde van het scherm wordt een pictogram weergegeven dat het geselecteerde bestand met de
voorkeuze-instellingen vertegenwoordigt.
Menu-onderdeel
[Gamma] (Gammacurve)
[Black Gamma] (Donkere gebieden)
[Black] (Zwartingsniveau en kleurzweem van
zwarte tonen)
[Knee] (Lichte gebieden)
[Other Functions] (Overige functies)
[Sharpness] (Scherpte)
[Noise Reduction] (Ruisreductie)
[Skin Detail] (Huiddetail)
[Selective NR] (Selectieve ruisreductie)
[Low Key Satur.] (Kleurverzadiging)
[Knee] (Lichte gebieden)
[Color Matrix] (Kleurenmatrix)
[White Balance] (Witbalans)
[Color Correction] (Kleurcorrectie)
[Custom Picture]
Submenu
[Master Pedestal]
(Vergroten/verkleinen van zwartingsniveau)
[Master Black]
(Kleurzweemcorrectie van zwarte tonen)
Alle instellingen behalve [Saturation]
(Verzadiging)
[Setup Level] (Wijziging van zwartniveau)
[Clip at 100%] (Begrenzing witniveau)
[Saturation]-instelling (Verzadiging)
[l Camera Setup]
[Custom Picture]
[K X Select File]
0
99
100
99
99
100
103
103
101
101
101
102
100
100
102
102
103