Problemen oplossen
Problemen oplossen
Loop eerst door de lijst hieronder wanneer u problemen ondervindt bij het gebruik van uw camcorder.
Neem contact op met uw dealer of een Canon Service Center als het probleem aanhoudt.
158
Stroombron
De camcorder kan niet worden ingeschakeld of schakelt zichzelf uit.
- De accu is leeg. Vervang de accu of laad deze op.
- Verwijder de accu en sluit deze opnieuw goed aan.
Ik kan de accu niet opladen.
- De temperatuur van de accu is hoger of lager dan het oplaadbereik. Als de temperatuur van de accu lager is dan 0 °C,
verwarm de accu dan voordat u deze oplaadt; Als de temperatuur van de accu hoger is dan 40 °C, laat de accu dan
afkoelen voordat u deze oplaadt.
- Laad de accu op bij temperaturen tussen 0 °C en 40 °C.
- De accu is defect. Vervang de accu.
De accu is zelfs bij normale temperaturen snel leeg.
- Controleer op het statusscherm [Battery / Hour Meter] (0 152) of de accu het eind van zijn levensduur heeft bereikt.
Als dat het geval is, koop dan een nieuwe accu.
Opnemen
Als ik op de START/STOP-knop druk, wordt niet begonnen met het maken van de opname.
- De CF-kaart is vol of bevat al het maximale aantal clips (999 clips). Verwijder een aantal clips (0 117) of sla uw clips
op uw computer op (0 128) en initialiseer de CF-kaart (0 36) om ruimte vrij te maken. Of vervang de CF-kaart.
- De START/STOP-grendel op de camcorderhendel is ingesteld op R, waardoor u de START/STOP-knop niet kunt
gebruiken. Wijzig de stand van de grendel.
Het punt waar de START/STOP-knop werd ingedrukt komt niet overeen met het begin/einde van de opname.
- Er is een kleine vertraging tussen het moment waarop u de START/STOP-knop indrukt en het moment dat wordt
begonnen met opnemen. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
De camcorder stelt niet scherp.
- De camcorder kan met autofocus mogelijk niet scherp stellen op bepaalde onderwerpen. Stel handmatig scherp
(0 47).
- De zoeker is niet ingesteld. Gebruik de oogcorrectieregelaar om de zoeker correct in te stellen (0 29).
- Het objectief of de Instant AF-sensor is vuil. Reinig het objectief of de sensor met een zacht lensreinigingsdoekje
(0 167). Gebruik nooit tissuepapier om het objectief te reinigen.
Het beeld ziet er enigszins gekromd uit als een onderwerp snel voorbij het objectief flitst.
- Dit is een verschijnsel dat kenmerkend is voor CMOS-beeldsensors. Als een onderwerp zeer snel langs de voorzijde
van de camcorder beweegt, kan het beeld er enigszins gekromd uitzien. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Het duurt langer dan normaal om over te schakelen tussen opnemen (N REC) en opnamepauze (STBY).
- Als de CF-kaart een groot aantal clips bevat, dan kunnen sommige procedures langer duren dan normaal. Sla uw clips
op uw computer op (0 128) en initialiseer de CF-kaart (0 36). Of vervang de CF-kaart.
De camcorder neemt niet goed op de CF-kaart op.
- Dit kan zich voordoen als in de loop der tijd veel opnamen zijn gemaakt en verwijderd. Sla uw clips op uw computer op
(0 128) en initialiseer de CF-kaart (0 36).
Na lang gebruik van de camcorder wordt deze heet.
- De camcorder kan warm worden nadat deze een lange tijd ononderbroken is gebruikt; dit is normaal en duidt niet op
een storing. Als de camcorder ongebruikelijk heet wordt of heet wordt nadat u deze slechts korte tijd hebt gebruikt,
dan kan dit duiden op een probleem met de camcorder. Neem contact op met een Canon Service Center.
Afspelen
Ik kan een clip niet verwijderen.
- U kunt clips met een e-markering niet verwijderen. Verwijder eerst de e-markering (0 115) als u de clip wilt verwijderen.
Het verwijderen van clips neemt meer tijd in beslag dan gewoonlijk.
- Als de CF-kaart een groot aantal clips bevat, dan kunnen sommige procedures langer duren dan normaal. Sla uw clips
op uw computer op (0 128) en initialiseer de CF-kaart (0 36).