4
Tastcycli: Scheve ligging van het werkstuk automatisch registreren | Cyclus 1416 TASTEN SNIJPUNT(optie #17)
Cyclusparameters
Helpscherm
Z
Q1102
Q1100
Z
Q1101
96
Parameter
Q1100 1e nominale positie hoofdas?
Absolute nominale positie in de hoofdas waar beide zijden elkaar
snijden.
Invoer: –99999,9999...+99999,9999 alternatief ? of @
?: Halfautomatische modus, zie Pagina 53
X
@: Overdracht van een actuele positie, zie Pagina 61
Z
Q1101 1.nominale positie nevenas?
Absolute nominale positie in de nevenas waar beide zijden elkaar
snijden.
Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Als alternatief optionele
invoer, zie Q1100
Q1102 1.Nominale positie GS-as?
Absolute nominale positie van de tastpunten in de gereedschapsas
Invoer: -99999.9999...+9999.9999 optionele invoer, zie Q1100
QS400 Opgave tolerantie?
Tolerantiebereik dat de cyclus bewaakt. De tolerantie definieert
de toegestane afwijking van de normaalvlakken langs de eerste
zijde. De besturing bepaalt de afwijking met behulp van de nomina-
le coördinaat en de werkelijke coördinaat van de component.
Voorbeelden:
QS400 ="0.4-0.1": bovenmaat = nominale coördinaat
+0.4, kleinste grensmaat = nominale coördinaat -0.1. Het
tolerantiebereik voor de cyclus is als volgt: "nominale coördinaat
+0,4" tot "nominale coördinaat -0,1".
QS400 =" ": tolerantie wordt niet in acht genomen.
QS400 ="0": tolerantie wordt niet in acht genomen.
QS400 ="0,1+0,1": tolerantie wordt niet in acht genomen.
Invoer: Max. 255 tekens
HEIDENHAIN | TNC 620 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 10/2022