Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC 620 Gebruikershandleiding pagina 83

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC 620:

Advertenties

Tastcycli: Scheve ligging van het werkstuk automatisch registreren | Cyclus 1411 TASTEN TWEE CIRKELS
(optie #17)
Helpscherm
HEIDENHAIN | TNC 620 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 10/2022
Parameter
Q1125 Verplaatsen naar veilige hoogte?
Positioneergedrag tussen de tastposities:
-1: niet naar veilige hoogte verplaatsen.
0: voor en na de cyclus naar veilige hoogte verplaatsen. De voorpo-
sitionering gebeurt met FMAX_PROBE.
1: voor en na elk object naar veilige hoogte verplaatsen. De voorpo-
sitionering gebeurt met FMAX_PROBE.
2: voor en na elk tastpunt naar veilige hoogte verplaatsen. De
voorpositionering gebeurt met FMAX_PROBE.
Invoer: –1, 0, +1, +2
Q309 Reactie bij tolerantiefout?
Reactie bij tolerantie-overschrijding:
0: bij tolerantie-overschrijding de programma-afloop niet onderbre-
ken. De besturing opent geen venster met resultaten.
1: bij tolerantie-overschrijding de programma-afloop onderbreken.
De besturing opent een venster met resultaten.
2: de besturing opent bij nabewerken geen venster met resultaten.
De besturing opent bij actuele posities in het afkeurgedeelte een
venster met resultaten en onderbreekt de programma-afloop.
Invoer: 0, 1, 2
Q1126 Rotatie-assen uitlijnen?
Rotatie-assen voor schuine bewerking positioneren:
0: huidige rotatie-as positie behouden.
1: rotatie-as automatisch positioneren en de gereedschapspunt
daarbij corrigeren (MOVE). De relatieve positie tussen werkstuk en
gereedschap wordt niet gewijzigd. De besturing voert met de lineai-
re assen een compensatiebeweging uit.
2: rotatie-as automatisch positioneren zonder de gereedschaps-
punt te corrigeren (TURN).
Invoer: 0, 1, 2
Q1120 Positie voor overname?
Vastleggen of de besturing het actieve referentiepunt corrigeert:
0: geen correctie
1: correctie ten opzichte van het 1e tastpunt. De besturing corri-
geert het actieve referentiepunt met de afwijking van de nominale
en actuele positie van het 1e tastpunt.
2: correctie ten opzichte van het 2e tastpunt. De besturing corri-
geert het actieve referentiepunt met de afwijking van de nominale
en actuele positie van het 2e tastpunt.
3: correctie ten opzichte van het gemiddelde tastpunt. De bestu-
ring corrigeert het actieve referentiepunt met de afwijking van de
nominale en actuele positie van het gemiddelde tastpunt.
Invoer: 0, 1, 2, 3
4
83

Advertenties

loading