4
Tastcycli: Scheve ligging van het werkstuk automatisch registreren | Basisprincipes van tastcycli 14xx
Analyse van de toleranties
Met behulp van de cycli 14xx kunt u ook tolerantiebereiken
controleren. Daarbij kunnen de positie en de grootte van een object
worden gecontroleerd.
De volgende invoer met toleranties is mogelijk:
Toleranties
Afmetingen
DIN EN ISO 286-2
DIN ISO 2768-1
Wanneer u een invoer met tolerantie programmeert, bewaakt de
besturing het tolerantiebereik. De besturing schrijft de statussen
goed, nabewerking of afkeur in de retourparameter Q183. Wanneer
een correctie van het referentiepunt is geprogrammeerd, corrigeert
de besturing het actieve referentiepunt na het tasten.
De volgende cyclusparameters staan invoer met toleranties toe:
Q1100 1.PUNT HOOFDAS
Q1101 1E PUNT NEVENAS
Q1102 1.PUNT WZ-AS
Q1103 2.PUNT HOOFDAS
Q1104 2.PUNT NEVENAS
Q1105 2E PUNT WZ-AS
Q1106 3.PUNT HOOFDAS
Q1107 3.PUNT NEVENAS
Q1108 3.PUNKT WZ-AS
Q1116 DIAMETER 1
Q1117 DIAMETER 2
Ga bij de programmering als volgt te werk:
Cyclusdefinitie starten
Cyclusparameters definiëren
Softkey TEKST INVOEREN selecteren
Voer de nominale maat incl. tolerantie in
Wanneer u een verkeerde tolerantie programmeert,
beëindigt de besturing de afwerking met een foutmelding.
58
Voorbeeld
10+0,01-0,015
10H7
10m
HEIDENHAIN | TNC 620 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 10/2022