5
Tastcycli: Referentiepunten automatisch vastleggen | basisprincipes van de tastcycli 14xx voor het vastleggen
5.2
basisprincipes van de tastcycli 14xx voor
het vastleggen van een referentiepunt
Gemeenschappelijke kenmerken van alle tastcycli 14xx
voor het vastleggen van een referentiepunt
Referentiepunt en gereedschapsas
De besturing legt het referentiepunt in het bewerkingsvlak vast,
gerelateerd aan de tastsysteemas die in uw meetprogramma is
gedefinieerd
Actieve tastsysteemas
Z
Y
X
Meetresultaten in Q-parameters
De besturing legt de meetresultaten van de desbetreffende
tastcyclus vast in de globaal actieve Q-parameters Q9xx. De
parameters kunt u in uw NC-programma blijven gebruiken. Let op
de tabel met resultaatparameters die bij elke cyclusbeschrijving is
vermeld.
Programmeer- en bedieningsinstructies:
De tastposities zijn gerelateerd aan de
geprogrammeerde nominale posities in I-CS.
Neem de nominale posities over uit uw tekening.
U moet vóór de cyclusdefinitie een gereedschapsoproep
voor de definitie van de tastsysteemas programmeren.
De tastcycli 14xx ondersteunen de taststiftvorm SIMPLE
en L-TYPE.
Om optimale resultaten met betrekking tot de
nauwkeurigheid met een L-TYPE te verkrijgen, is
het raadzaam het tasten en kalibreren met dezelfde
snelheid uit te voeren. Let op de positie van de aanzet-
override als deze bij het tasten actief is.
130
Referentiepunt vastleggen in
X en Y
Z en X
Y en Z
HEIDENHAIN | TNC 620 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 10/2022
van een referentiepunt