Tastcycli: Scheve ligging van het werkstuk automatisch registreren | Cyclus 400 BASISROTATIE (optie #17)
Helpscherm
Voorbeeld
11 TCH PROBE 400 BASISROTATIE ~
Q263=+10
Q264=+3.5
Q265=+25
Q266=+2
Q272=+2
Q267=+1
Q261=-5
Q320=+0
Q260=+20
Q301=+0
Q307=+0
Q305=+0
HEIDENHAIN | TNC 620 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 10/2022
Parameter
Q301 Verpl. veiligheidshoogte (0/1)?
Vastleggen hoe het tastsysteem zich tussen de meetpunten moet
verplaatsen:
0: tussen meetpunten op meethoogte verplaatsen
1: tussen meetpunten op veilige hoogte verplaatsen
Invoer: 0, 1
Q307 Vooraf ingestelde rotatiehoek
Wanneer de te meten scheve ligging niet aan de hoofdas, maar aan
een willekeurige rechte moet worden gerelateerd, moet de hoek
van de rechte referentielijn worden ingevoerd. De besturing bepaalt
dan voor de basisrotatie het verschil aan de hand van de gemeten
waarde en de hoek van de rechte referentielijn. De waarde werkt
absoluut.
Invoer: -360.000...+360.000
Q305 Preset nummer in tabel?
Nummer in referentiepunttabel vermelden waarin de besturing de
vastgestelde basisrotatie moet opslaan. Bij de invoer Q305=0 slaat
de besturing de vastgelegde basisrotatie in het ROT-menu van de
werkstand Handbediening op.
Invoer: 0...99999
;1E PUNT 1E AS ~
;1E PUNT IN 2E AS ~
;2E PUNT 1E AS ~
;2E PUNT 2E AS ~
;MEETASSEN ~
;VERPL. RICHTING ~
;MEETHOOGTE ~
;VEILIGHEIDSAFSTAND ~
;VEILIGE HOOGTE ~
;VERPL.VEILIGH.HOOGTE ~
;VOORAF ING. ROT.HOEK ~
;NUMMER IN TABEL
4
105