Tastcycli: Scheve ligging van het werkstuk automatisch registreren | Voorbeeld: basisrotatie via twee boringen
bepalen
4.15 Voorbeeld: basisrotatie via twee boringen
bepalen
Q268 = middelpunt van 1e boring: X-coördinaat
Q269 = middelpunt van 1e boring: Y-coördinaat
Q270 = middelpunt van 2e boring: X-coördinaat
Q271 = middelpunt van 2e boring: Y-coördinaat
Q261 = coördinaat in de tastsysteemas waarin de meting
plaatsvindt
Q307 = hoek van de rechte referentielijn
Q402 = scheve ligging door rotatie van de rondtafel
compenseren.
Q337 = stel de weergave na het uitlijnen op nul in
0 BEGIN PGM TOUCHPROBE MM
1 TOOL CALL 600 Z
2 TCH PROBE 401 ROT 2 BORINGEN ~
Q268=+25
;1E BORING MIDD.1E AS ~
Q269=+15
;1E BORING MIDD.2E AS ~
Q270=+80
;2E BORING MIDD.1E AS ~
Q271=+35
;2E BORING MIDD.2E AS ~
Q261=-5
;MEETHOOGTE ~
Q260=+20
;VEILIGE HOOGTE ~
Q307=+0
;VOORAF ING. ROT.HOEK ~
Q305=+0
;NUMMER IN TABEL
Q402=+1
;COMPENSATIE ~
Q337=+1
;OP NUL ZETTEN
3 CALL PGM 35
4 END PGM TOUCHPROBE MM
HEIDENHAIN | TNC 620 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 10/2022
; bewerkingsprogramma oproepen
4
125