Tastcycli: Referentiepunten automatisch vastleggen | Voorbeeld: referentiepunt vastleggen: bovenkant werkstuk
en midden van gatencirkel
5.23 Voorbeeld: referentiepunt vastleggen:
bovenkant werkstuk en midden van
gatencirkel
Het gemeten middelpunt van de gatencirkel moet voor later gebruik
in een referentiepunttabel worden vastgelegd.
Q291 = poolcoördinatenhoek voor 1e Middelpunt van de boring
1e
Q292 = poolcoördinatenhoek voor 2e Middelpunt van de boring
2e
Q293 = poolcoördinatenhoek voor 3e Middelpunt van de boring
Q305 = midden gatencirkel (X en Y) in regel 1 vastleggen
Q303 = berekend referentiepunt gerelateerd aan het
machinevaste coördinatensysteem (REF-systeem) in de
referentiepunttabel PRESET.PR opslaan
0 BEGIN PGM 416 MM
1 TOOL CALL "TOUCH_PROBE" Z
2 TCH PROBE 416 NULPUNT MIDD. CIRKEL ~
Q273=+35
Q274=+35
Q262=+50
Q291=+90
Q292=+180
Q293=+270
Q261=+15
Q260=+10
Q305=+1
Q331=+0
Q332=+0
Q303=+1
Q381=+1
Q382=+7.5
Q383=+7.5
Q384=+20
Q333=+0
Q320=+0
3 CYCL DEF 247 REF.PUNT VASTL. ~
Q339=+1
4 END PGM 416 MM
HEIDENHAIN | TNC 620 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 10/2022
;MIDDEN 1E AS ~
;MIDDEN 2E AS ~
;NOMINALE DIAMETER ~
;HOEK 1E BORING ~
;HOEK 2E BORING ~
;HOEK 3E BORING ~
;MEETHOOGTE ~
;VEILIGE HOOGTE ~
;NUMMER IN TABEL ~
;NULPUNT ~
;NULPUNT ~
;MEETWAARDE OVERDR. ~
;AANTASTEN TS-AS ~
;1. COORD. VOOR TS-AS ~
;2. COORD. VOOR TS-AS ~
;3. COORD. VOOR TS-AS ~
;NULPUNT ~
;VEILIGHEIDSAFSTAND.
;REF.PUNT-NUMMER
3
5
227