Rooster spoelinlaatfilter
De inlaatfilters filteren deeltjes eruit die de
pompinlaatkeerkleppen kunnen verstoppen. Controleer
de rooster dagelijks tijdens de opstartprocedure en maak
ze waar nodig schoon.
Isocyanaat kan kristalliseren door vocht of bevriezing.
Als de gebruikte chemische stoffen schoon zijn en als
de juiste opslag-, transfer- en werkingsprocedures zijn
gevolgd, zou er minimale contaminatie van het rooster
aan zijde A moeten zijn.
Maak het rooster aan zijde A alleen schoon tijdens
de dagelijkse opstartprocedure. Dit minimaliseert
vochtcontaminatie omdat isocyanaatresten onmiddellijk
worden verwijderd aan het begin van de dosering.
1.
Volg de Drukontlastingsprocedure, pagina 30.
2.
Sluit de vloeistofinlaatklep (XA) bij de pompinlaat.
Op die manier wordt geen materiaal gepompt tijdens
het schoonmaken van het rooster.
3.
Plaats een container onder de zeef om vloeistof op
te vangen bij verwijdering van de afvoerplug van de
zeef (ZB).
3A8739E
4.
Nadat de vloeistof is afgetapt, verwijdert u de inlaatdop
(ZC) en het inlaatfilter (ZA) van het zeefverdeelstuk.
Spoel het rooster grondig met compatibel oplosmiddel
en wrijf het droog. Controleer het rooster. Niet meer
dan 25% van de mazen mag dichtzitten. Als meer
dan 25% van de mazen is verstopt, moet het rooster
worden vervangen. Controleer de pakking en vervang
waar nodig.
5.
Installeer de zeefplug (ZB) met de zeef (ZA).
6.
Open de vloeistofinlaatklep (XA), controleer vervolgens
op lekkage en wrijf de uitrusting schoon. Ga verder met
de bediening.
XA of XB
XA or XB
ZE
Onderhoud
ti36987b
ZA
ZC
ZB
51