Installatie
Aarding
De apparatuur moet worden geaard om het risico op
statische vonken en elektrische schokken te beperken.
Elektrische of statische vonken kunnen tot gevolg hebben
dat dampen ontbranden of ontploffen. Aarden biedt de
elektrische stroom een ontsnappingsdraad.
•
Reactor: Het systeem is geaard via de voedingskabel.
•
Slang: Gebruik alleen Reactor 3-slangen om de
continuïteit van de statische aarding te waarborgen.
Controleer de elektrische weerstand van de slangen van
het pistool naar de massa van het Reactor-systeem.
Als de totale weerstand groter is dan 29 megohm,
moet/moeten de slang(en) onmiddellijk worden
vervangen.
•
Spuitpistool: Het spuitpistool is geaard via
Reactor 3-slangen. Gebruik alleen verwarmde
Reactor 3-slangen.
•
Vloeistoftoevoercontainers: Volg de plaatselijk
geldende voorschriften.
•
Te spuiten object: Volg de plaatselijk geldende
voorschriften.
•
Emmers met oplosmiddel die worden gebruikt bij
het spoelen: volg de plaatselijk geldende voorschriften.
Gebruik alleen metalen emmers die geleidend zijn en
op een geaard oppervlak staan. Plaats de emmer niet
op een niet-geleidende ondergrond, zoals papier of
karton, aangezien dan de continuïteit van de aarding
wordt onderbroken.
•
Aardingscontinuïteit handhaven bij het spoelen
of het ontlasten van de druk: Houd een metalen
gedeelte van het spuitpistool stevig tegen een geaarde
metalen emmer, spuit vervolgens met het pistool.
Benodigd gereedschap
voor instelling
•
1.25 inch sleutel
•
Sleutel van 1-1/16 inch
•
Moersleutel van 200 mm of 7/8 inch
•
Sleutel van 5/8 inch
•
Sleutel van 1 inch
•
Sleutel 11/16 inch
•
Moersleutel van 19 mm of 3/4 inch
•
Ringsleutel van 3/8 inch
•
Platte schroevendraaier
•
Verstelbare sleutel van 18 inch
3A8739E
Algemene richtlijnen
betreffende de apparatuur
Wanneer de afmetingen van de generator niet juist
zijn, kan er schade ontstaan. Vermijd schade aan de
apparatuur door de onderstaande richtlijnen te volgen.
•
Bepaal de juiste grootte van de generator. Wanneer
u een generator met de juiste grootte en een geschikte
luchtcompressor gebruikt, dan kan het doseerapparaat
met een vrijwel constante toerental werken. Wanneer
dat niet het geval is, gaat de spanning schommelen
waardoor de elektrische uitrusting beschadigd kan
raken. De juiste grootte van de generator bepalen:
1.
Lijst met vereisten voor piekwattage van alle
systeemcomponenten.
2.
Voeg het wattage toe dat vereist is door de
systeemonderdelen.
3.
Voer de volgende berekening uit:
Totale wattage x 1,25 = kVA
(kilovolt-ampère)
4.
Selecteer een generator met een grootte die gelijk of
groter is dan de berekende kVA.
•
Kies de juiste afmetingen voor de voedingskabel van
het doseerapparaat met behulp van de elektrische
nominale waarden in Modellen, pagina 4. Wanneer
dat niet het geval is, gaat de spanning schommelen
waardoor de elektrische apparatuur beschadigd kan
raken.
•
Gebruik een luchtcompressor met continu werkende
ontladingsinrichtingen. Direct gekoppelde
luchtcompressoren die starten en stoppen tijdens een
taak zullen spanningsschommelingen veroorzaken die
de elektrische uitrusting kunnen beschadigen.
•
Onderhoud en inspecteer de generator,
luchtcompressor en andere apparatuur volgens de
aanbevelingen van de fabrikant om het onverwacht
uitvallen te vermijden. Wanneer de apparatuur
onverwacht uitvalt, gaat de spanning schommelen,
waardoor de elektrische apparatuur beschadigd kan
raken.
•
Gebruik een wandstroombron met voldoende stroom
om aan de systeemvereisten te voldoen. Wanneer
dat niet het geval is, gaat de spanning schommelen
waardoor de elektrische uitrusting beschadigd kan
raken.
Installatie
LET OP
23