Uitschakelen
Correcte procedures voor het instellen, opstarten en
uitschakelen van het systeem zijn essentieel voor de
betrouwbaarheid van de elektrische apparatuur. De
volgende procedures zorgen voor een stabiele spanning.
Wanneer deze procedures niet worden gevolgd, ontstaan
er spanningsschommelingen die de elektrische apparatuur
kunnen beschadigen en die ervoor kunnen zorgen dat de
garantie komt te vervallen.
1.
Schakel de lucht naar de transferpompen uit bij gebruik
van pneumatische transferpompen. Zie de handleiding
van uw pomp, Bijbehorende handleidingen, pagina 3.
2.
Tik op
om de motor uit te zetten.
OPMERKING: Elektrische transferpompen schakelen
automatisch uit met de motor.
3.
Tik op
,
verwarmingszones uit te schakelen.
4.
Volg de Drukontlastingsprocedure, pagina 30.
5.
Tik op de knop Pompmodus
6.
Selecteer het pictogram Parkeermodus in het
uitklapmenu.
7.
Het parkeericoon knippert rood terwijl de parkeeractie
bezig is. De parkeermanoeuvre is voltooid wanneer de
motor en transferpompen uit zijn, en er een groen vinkje
verschijnt naast het pictogram voor parkeermodus
.
Controleer of de parkeermanoeuvre voltooid is
voordat u naar de volgende stap gaat.
OPMERKING: De overdrukkleppen moeten op
drukontlasting/circulatie worden gezet om het
parkeren volledig te laten functioneren.
OPMERKING: Elektrische transferpompen zullen
automatisch parkeren aan het einde van hun slag
wanneer het systeem in de Parkeermodus staat.
3A8739E
LET OP
en
om alle
.
8.
Schakel de luchtcompressor, de luchtdroger en de
ademlucht uit.
9.
Zet de hoofdschakelaar (MP) UIT.
10. Sluit alle vloeistoftoevoerventielen.
11. Stel de drukontlastings-/spuitkleppen (SA, SB) in op
spuiten om vocht af te dichten van de afvoerlijn.
12. Schakel de veiligheidsvergrendeling van het pistool in
en sluit vervolgens vloeistofverdeelkleppen A en B.
Fusion
Bediening
MP
ti39681a
Probler
39