4. Zet de parkeerrem vrij; zie Parkeerrem
vrijzetten in Gebruiksaanwijzing, blz. 13.
5. Om de rem af te stellen, verwijdert u de R-pen
en de ring van de remhendel en de draaipen
(Figuur 40).
Figuur 40
1. R-pen en ring
2. Draaipen
3. Remhendel
4. Vleugelmoer
6. U draait de vleugelmoer naar rechts om de
druk te verhogen.
7. U draait de vleugelmoer naar links om de
remdruk te verlagen.
8. Plaats de draaipen in het gat F (Figuur 40).
Draai de vleugelmoer vast.
9. Zet de draaipen vast aan de remhendel met de
ring en de R-pen (Figuur 40).
10. Controleer opnieuw de werking van de rem;
zie Remmen controleren.
Belangrijk: Wanneer de parkeerrem
is vrijgezet, moeten de achterwielen vrij
kunnen draaien als u de maaimachine
duwt. Als de rem niet werkt en de wielen
niet vrij kunnen ronddraaien, moet u
onmiddellijk contact opnemen met uw
Service Dealer.
5. Gat F
6. Eerste afstelling – 32 mm
7. Stang
Onderhoud riemen
Tractieriem vervangen
Controleer alle riemen om de 50 bedrijfsuren of
jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden. Let hierbij op scheuren, slijtage en
tekenen van oververhitting.
1. Verwijder het kunststof kapje op de beugel van
de spanpoelie.
2. Verwijder de bovenste tapbout waarmee de
steun en de beugel van de spanpoelie zijn
bevestigd aan het achterframe (Figuur 41).
Figuur 41
1. Bovenste tapbout
2. Beugel van spanpoelie
3. Steun van spanpoelie
3. Draai de onderste montageschroeven zover los
dat er genoeg ruimte is om de riem tussen de
aandrijfpoelie en de steun van de spanpoelie te
halen (Figuur 41).
4. Laat de wielen vrijkomen van de grond, zodat
u de riem kunt verwijderen.
5. Een nieuwe riem monteren.
6. Monteer de bovenste bout waarmee de steun
en de beugel van de spanpoelie zijn bevestigd
aan het achterframe (Figuur 41).
7. Draai de onderste montageschroeven zover
vast dat er genoeg ruimte is om de riem tussen
de aandrijfpoelie en de steun van de spanpoelie
te halen (Figuur 41).
8. Plaats het kunststof kapje op de beugel van de
spanpoelie.
34
4. Onderste tapbout
5. Tractieriem