Zwevend maaidek, versnelling met t-bar, hydro met 91 cm turbo force maaidek (56 pagina's)
Samenvatting van Inhoud voor Toro 30070
Pagina 1
Form No. 3399-943 Rev A Loopmaaier voor professioneel gebruik TURBO FORCE ® -maaidek van 91 cm, 11,9 kW (16 pk), met versnelling met T-bar Modelnr.: 30070—Serienr.: 316000001 en hoger *3399-943* A Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL)
Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met...
Onderhoud van de remmen ........32 Algemene veiligheidsregels met betrekking tot de Onderhoud riemen ............33 maaimachine ............4 De riemen controleren ..........33 Veilige bediening van de Toro maaimachine....6 Tractiedrijfriem vervangen........33 Geluidsdruk ............6 Transmissieriem vervangen........33 Geluidsniveau ............6 Drijfriem van maaidek vervangen ......34 Trillingsniveau ............
• Doe steeds de dop weer zorgvuldig op brandstoftanks en Toro heeft deze maaier ontworpen voor en getest op veilig -containers. gebruik. Als u zich echter niet houdt aan de volgende instructies kan dit lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
Wees voorzichtig als u een zitkar gebruikt, en: gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele – werk uitsluitend met goedgekeurde Toro onderdelen en accessoires gebruiken. Gebruik trekstangbevestigingspunten. ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn.
Hand-arm De volgende lijst bevat specifieke en algemene Gemeten trillingsniveau op de rechterhand = 2,1 m/s veiligheidsinformatie voor Toro-producten waarvan u op de Gemeten trillingsniveau op de linkerhand = 1,7 m/s hoogte moet zijn. Onzekerheidswaarde (K) = 1,1 m/s Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen.
Hellingsindicator G011841 Figuur 3 U mag deze pagina voor eigen gebruik kopiëren. 1. De maximale hellingsgraad waarop u de maaier veilig kunt gebruiken is 20 graden. Bepaal voordat u gaat maaien de hellingsgraad met behulp van de hellingstabel. Gebruik de maaimachine niet op hellingen van meer dan 20 graden. Vouw over de lijn die overeenkomt met de aangeraden helling.
Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. Merkteken van fabrikant 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele 93-7818 Toro-maaimachine is. 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voor instructies om de mesbout/moer vast te zetten met een torsie van 115-149 N·m.
Pagina 9
104-8185 106-0636 1. Maaihoogte 3. Lees de Gebruikershandleiding voor meer informatie. 131-1180 2. Waarschuwing – stroom 1. Lees de Gebruikershandleiding. (A) Kort, licht gras; droge omstandigheden; maximale verspreiding; (B) Grasvanginstelling; (C) Hoog, dicht gras; natte omstandigheden; maximale rijsnelheid 106-5517 1. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 106-5519 1.
Pagina 10
110-4972 1. Snel 3. Langzaam 5. Motor – Starten 7. Choke 2. Continu snelheidsregeling 4. Motor – Afzetten 6. Stang inschakelen en vervolgens aan de aftakashendel trekken om het mes in te schakelen. 114-3449 1. De machine kan 3. Handen of voeten voorwerpen uitwerpen kunnen worden –...
Algemeen overzicht van de machine Figuur 5 1. Schakelhendel 7. Bedieningsstang maaimessen 2. Aftakasschakelaar 8. Bovenste bedieningsbalk 3. Chokebediening 9. Bovenste deel van de G015747 handgreep 4. Onderste deel van de 10. Gashendel handgreep 5. Onderste bedieningsbalk 11. Contactschakelaar Figuur 4 6.
• Gebruik de machine uitsluitend als het complete breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of uitlaatsysteem is gemonteerd en naar behoren distributeur of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle werkt. goedgekeurde werktuigen en accessoires.
Belangrijk: Gebruik nooit brandstofadditieven die GEVAAR methanol of ethanol bevatten. In bepaalde omstandigheden kan tijdens het Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner aan de tanken statische elektriciteit worden ontladen benzine toe. waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot Opmerking: Stabilizer/conditioner werkt het best als ontbranding kunnen brengen.
Parkeerrem gebruiken 4. Pak de handgreep van het startkoord stevig vast en trek deze naar buiten totdat deze vastgrijpt, trek vervolgens Stop op een horizontale ondergrond, schakel de aandrijvingen krachtig aan de handgreep om de motor te starten en uit, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en laat het koord langzaam weer opwikkelen.
Maaimessen inschakelen (aftakas) Werking van het veiligheidssysteem 1. Laat de bovenste bedieningsbalk los om de machine te Het veiligheidssysteem is bedoeld om het inschakelen van de stoppen (Figuur maaimessen alleen mogelijk te maken wanneer: • De bedieningsstang is ingedrukt. 2. Schakel de messen in door de bedieningsstang voor de maaimessen en de bovenste bedieningsbalk samen •...
3. Druk langzaam op de bovenste bedieningsbalk om WAARSCHUWING vooruit te gaan (Figuur 10). U kunt een mes verbuigen of beschadigen Om in een rechte lijn te rijden, moet u gelijkmatige tijdens het oprijden van een stoep. Stukken mes druk uitoefenen op beide uiteinden van de bovenste die uitgeworpen worden kunnen ernstig letsel bedieningsbalk (Figuur...
Achteruit een stoep oprijden 1. Schakel de maaimessen uit. 2. Schakel in de achteruitversnelling. 3. Rij de machine verder totdat de aandrijfwielen de stoeprand raken (Figuur 11). Opmerking: Beide aandrijfwielen moeten de stoeprand raken en de zwenkwielen moeten recht staan. 4.
1. Kies de opening in de maaihoogtepen en het 2. Als afstelling vereist is, verwijdert u de bout, de ringen aantal benodigde afstandsstukken voor de gewenste en de moer (Figuur 14). maaihoogtestand (Figuur 13). 3. Kies een opening en let er hierbij op dat de afstand van 2.
2. Draai de bovenste flensbouten (3/8 x 1 inch) en de flensmoer los waarmee de handgreep aan het achterframe is bevestigd (Figuur 16). g012676 Figuur 17 1. Sleuf 2. Moer Figuur 16 Positie van afvoerplaat 1. Bovenste deel van de 5.
Positie B Middelgrote gewichtenset gebruiken Zet de plaat in deze positie als u het maaisel opvangt (Figuur 19). • Verwijder alle achtergewichten als u een Tru-Track ® sulky monteert. • Als er een Tru-Track ® sulky is gemonteerd, zijn er voorgewichten nodig.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure • Ververs de motorolie. Na de eerste 8 bedrijfsuren • Het veiligheidssysteem controleren. • Smeer de zwenkwielen en draaipunten van de zwenkwielen. •...
4. Zet een smeerpistool op de nippel. Spuit vet in de nippels totdat er nieuw vet bij de lagers naar buiten komt. 5. Veeg overtollig vet weg. Lagers van zwenkwielen wielen smeren 1. Smeer de lagers van de voorste zwenkwielen en de voorste draaipunten (Figuur 21).
Onderhoud motor Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval/specificatie Onderhoudsinterval: Om de 300 bedrijfsuren Om de 25 bedrijfsuren Om de 50 bedrijfsuren Om de 200 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) Inspecteer het schuimelement en het papierelement en vervang deze als ze beschadigd of heel erg vuil. Figuur 24 Opmerking: Pleeg vaker onderhoud aan het luchtfilter 1.
Motorolie verversen/oliepeil controleren Onderhoudsinterval/Specificatie Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Na de eerste 8 bedrijfsuren Om de 100 bedrijfsuren Om de 200 bedrijfsuren—Oliefilter vervangen. Figuur 26 Opmerking: Ververs de olie vaker als de machine in zeer 2. Vulbuis 1. Oliepeilstok stoffige of zanderige omstandigheden wordt gebruikt.
contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter vervolgens nog een extra 3/4 slag vast (Figuur 28). 5. Vul het carter met het juiste type nieuwe olie; zie (bladz. 6. Laat de motor ongeveer drie minuten draaien, zet de motor af en controleer op olielekken rond het oliefilter en de aftapplug.
Bougies controleren Onderhoud 1. Bekijk de binnenkant van de bougies (Figuur 30). brandstofsysteem Opmerking: Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar behoren. Een zwarte laag op de Brandstof aftappen uit de isolator duidt meestal op een vuil luchtfilter. brandstoftank 2.
Figuur 31 Figuur 32 1. Brandstofklep 2. Klem 1. Slangklem 3. Filter 2. Brandstofslang Brandstoffilter vervangen 5. Trek het filter uit de brandstofslangen. Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren/Jaarlijks 6. Monteer een nieuw filter en schuif de slangklemmen (houd hierbij de kortste periode aan) terug tot dicht bij het filter.
Onderhoud elektrisch Onderhoud systeem aandrijfsysteem Onderhoud van de zekering Bedieningsstang instellen 1. Controleer de opening tussen de bovenste De elektrische installatie is beveiligd door middel van een bedieningsbalk en de vaste balk terwijl de zekering. Deze behoeft geen onderhoud. Als de zekering is wielaandrijving volledig is ingeschakeld.
De lagerbussen van de zwenkwielvork vervangen De zwenkwielvorken zijn gemonteerd in lagerbussen die zijn gedrukt in de boven- en onderkant van de bevestigingsbuizen van het draagframe. Om de lagerbussen te controleren, moet u de zwenkwielvorken naar voren en naar achteren en naar links en rechts bewegen.
Figuur 38 Figuur 39 1. Bevestigingsbuis 2. Lagerbus 1. Borgmoer 4. Spanbus 2. Dop 5. Wiel 5. Smeer de binnen- en buitenkant van de nieuwe 3. Rollager 6. Lagerbus lagerbussen. Opmerking: Druk de lagerbussen voorzichtig in 2. Verwijder 1 lagerbus. Trek vervolgens de spanbus en de draaibuis met behulp van een hamer en een vlakke de rollager uit de wielnaaf (Figuur...
Elektrische koppeling afstellen Onderhoud koelsysteem De koppeling is afstelbaar zodat er goed geschakeld en geremd kan worden. Luchtinlaatrooster reinigen 1. Steek een voelermaat van 0,381 tot 0,533 mm door een Verwijder vóór elk gebruik aangekoekt gras of ander vuil inspectiesleuf in de zijkant van de eenheid. van de cilinder en de koelribben van de cilinderkop, het Opmerking: Zorg ervoor dat deze tussen de luchtinlaatrooster op het uiteinde van het vliegwiel, en de...
Onderhouden remmen Onderhoud van de remmen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Controleer de remmen zowel op een horizontaal oppervlak als een helling. Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de machine stopt of onbeheerd achterlaat. Als de parkeerrem niet goed werkt, moet u deze afstellen.
Onderhoud riemen 3. Verwijder het paneel van de onderzijde van de machine. 4. Verwijder de drijfriem van de aftakas; zie (bladz. De riemen controleren 5. Breng de voorzijde van de machine omhoog en plaats deze op kriksteunen. Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren/Maandelijks 6.
Drijfriem van maaidek vervangen Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren tijdens het draaien van de riem, slippen van de messen tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren. Vervang de riem als u deze zaken constateert. 1.
10. Verwijder het hittescherm van het maaidek en het draagframe. 11. Plaats de riemkap op het maaidek en schroef de bouten vast. 12. Plaats de kap van het draagframe op het draagframe. Figuur 46 1. Spanpoelie van de 4. Hoogste spanning voor drijfriem van de aftakas versleten riemen 2.
Controle op kromme messen Onderhoud van het 1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de maaidek en stel de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND parkeerrem in werking. Onderhoud van de 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand maaimessen zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
Toro-messen gebruiken. Gebruik ter van de vleugel (Figuur 47). Herhaal dit indien nodig vervanging nooit messen van andere fabrikanten omdat dit in totdat het mes in balans is. strijd kan zijn met de veiligheidsnormen. 1. Pak het uiteinde van het mes vast met een lap of een dikke handschoen.
Het frame afstellen Hoogte van maaidek controleren 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking. Positie van draagframe t.o.v. maaidek 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en controleren wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
Figuur 54 Figuur 55 1. Draagframe 4. Hoogte bij punten A en B 1. Zwenkwiel 4. Gelijke hoogte bij punten 5. Zwenkwiel 2. Schuinstand van 6-10 mm A en B over een lengte van 61 cm 2. Draagframe 5. Afstandsstukken van zwenkwielen 3.
1. \Om de schuinstand te wijzigen, kunt u de voorste maaihoogtepennen verstellen (Figuur 57). Figuur 58 3. Controleer of het verschil tussen C en D niet meer dan 6 mm bedraagt. Horizontale stand van maaidek Figuur 57 wijzigen 1. Zwenkwiel 4.
4. Controleer of de afstand 101,6 mm bedraagt. 2. Plaats een afstandsstuk en de veer op de grasgeleider. Plaats 1 J-vormig eind van de veer achter de rand van 5. Als dit niet het geval is, moet u de juiste afstand het maaidek.
Stalling 10. Controleer alle bouten, schroeven en moeren en draai deze vast. Beschadigde delen repareren of vervangen. 11. Werk alle krassen en beschadigingen van de lak bij. Reiniging en stalling Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende servicedealer. 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking 12.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaak Remedie De motor start niet, start moeilijk of slaat 1. De brandstoftank is leeg. 1. Vul de tank met benzine. 2. De choke staat niet op AAN. 2. Zet de choke in de stand C HOKE 3.
Pagina 44
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie De maaihoogte is ongelijk. 1. Maaimes(sen) bot. 1. Mes(sen) slijpen. 2. Maaimes(sen) verbogen of niet in 2. Nieuwe maaimes(sen) monteren. balans. 3. Het maaidek staat niet horizontaal. 3. Maaidek horizontaal stellen 4. De schuinstand van het maaidek is 4.
De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro-dealer.
• Elk product of onderdeel dat is veranderd, verkeerd is gebruikt, is Voor bepaalde motoren van de Toro LCE-producten geldt een garantie van de fabrikant van de veronachtzaamd of moet worden vervangen of gerepareerd als gevolg van motor.