Onderhoud van de bougies
Controleer de bougies om de 100 bedrijfsuren.
Controleer of de elektrodenafstand tussen de
centrale elektrode en de massa-elektrode correct
is voordat u de bougie monteert. Gebruik een
bougiesleutel voor het (de)monteren van de
bougies en een voelermaat voor het meten en
afstellen van de elektrodenafstand. Monteer
nieuwe bougies indien dit nodig is.
Type: Champion RC12YC (of gelijkwaardig type)
Elektrodenafstand: 0,75 mm
Bougies verwijderen
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem
in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen alvorens de
bestuurderspositie te verlaten.
3. Maak de bougiekabels los van de bougies
(Figuur 28).
Figuur 28
1. Bougiekabel/bougie
4. Maak de omgeving van de bougie schoon om
te voorkomen dat er vuil in de motor komt,
wat beschadiging kan veroorzaken.
5. Verwijder de bougies en de metalen
pakkingringen.
Bougies controleren
1. Bekijk de binnenkant van de bougies
(Figuur 29). Als de isolator lichtbruin of grijs
is, werkt de motor naar behoren. Een zwarte
laag op de isolator duidt meestal op een vuil
luchtfilter.
2. Reinig indien nodig de bougie met een
staalborstel om koolstofaanslag te verwijderen.
Figuur 29
1. Centrale elektrode met
isolator
2. Massa-elektrode
Belangrijk: Bougie altijd vervangen bij
versleten elektroden, vettige laag op de
bougie of scheuren in het porselein.
3. Controleer de afstand tussen de centrale
elektrode en de massa-elektrode (Figuur 29).
Verbuig de massa-elektrode (Figuur 29) om de
juiste afstand in te stellen indien dit nodig is.
Bougies monteren
1. Monteer de bougies en de metalen ring.
Controleer of de elektrodenafstand correct is.
2. Draai de bougie vast met een torsie van 22 Nm.
3. Sluit de bougiekabels aan op de bougies
(Figuur 29).
28
3. Elektrodenafstand (niet op
schaal weergegeven)