u langzaam net genoeg olie in de vulbuis gieten
totdat het peil de VOL-markering bereikt.
Belangrijk: Giet niet te veel olie in het
carter; als de motor daarna gaat lopen,
ontstaat schade aan de motor.
Olie verversen
1. Start de motor en laat deze vijf minuten lopen.
Warme olie kan beter worden afgetapt.
2. Parkeer de machine zodanig dat de aftapkant
iets lager staat dan de andere kant zodat alle
olie kan weglopen.
3. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem
in werking.
4. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen alvorens de
bestuurderspositie te verlaten.
5. Schuif de aftapslang over de aftapplug.
6. Plaats een opvangbak onder de aftapslang.
Draai aan de aftapplug om de olie in de bak te
laten lopen (Figuur 26).
7. Als alle olie is weggelopen, draait u de aftapplug
dicht.
8. Verwijder de aftapslang (Figuur 26).
Opmerking: De oude olie afgeven bij een
inzamelcentrum.
Figuur 26
1. Olieaftapplug
2. Olieaftapslang
9. Giet ca. 80 % van de gespecificeerde
hoeveelheid olie langzaam in de vulbuis
(Figuur 25).
10. Controleer het oliepeil; zie Motoroliepeil
controleren.
11. Giet langzaam vloeistof bij totdat het peil de
VOL-markering bereikt.
Olielter vervangen
Vervang het oliefilter om de 200 bedrijfsuren of
wanneer u de olie ververst.
Opmerking: Vervang het oliefilter vaker als
de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of
zanderige omstandigheden.
1. Tap de motorolie af; zie Motorolie verversen.
2. Verwijder het oude filter (Figuur 27).
Figuur 27
1. Olielter
3. Smeer een dun laagje schone olie op de
rubberen pakking van het nieuwe filter
(Figuur 27).
4. Plaats het nieuwe filter op het filtertussenstuk,
draai het oliefilter rechtsom totdat de rubberen
pakking contact maakt met het filtertussenstuk.
Draai het filter vervolgens nog een extra 3/4
slag vast (Figuur 27).
5. Vul het carter met het juiste type verse olie; zie
Motorolie controleren.
6. Laat de motor ongeveer drie minuten draaien,
zet de motor af en controleer op olielekken
rond het oliefilter en de aftapplug.
7. Controleer nogmaals het oliepeil en vul indien
nodig olie bij.
8. Veeg eventueel gemorste olie weg.
27
2. Tussenstuk