Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Form No. 3356-476 Rev A
Loopmaaier
Zwevend maaidek, versnelling met T-Bar,
met 91 cm TURBO FORCE® maaidek
Modelnr.: 30031—Serienr. 270000001 og højere
Registreer uw product op www.Toro.com
Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Toro 30031

  • Pagina 1 Form No. 3356-476 Rev A Loopmaaier Zwevend maaidek, versnelling met T-Bar, met 91 cm TURBO FORCE® maaidek Modelnr.: 30031—Serienr. 270000001 og højere Registreer uw product op www.Toro.com Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL)
  • Pagina 2: Inleiding

    Inhoud opnemen met een erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het Inleiding ............. 2 product te vermelden. De locatie van het plaatje Veiligheid ............
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Algemene veiligheidsregels i.v.m. Onderhoud van de bougies ....28 de maaimachine....4 Onderhoud brandstofsysteem ....29 Geluidsdruk ........6 Benzine aftappen uit de Geluidsniveau........6 brandstoftank....29 Trilling op handen/armen....6 Brandstoffilter vervangen ....29 Hellingdiagram........7 Onderhoud elektrisch systeem ....30 Veiligheids- en instructiestick- Onderhoud van de zekering ....
  • Pagina 4: Veiligheid

    • Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of instructies te houden. blikken die speciaal daarvoor zijn bedoeld. Toro heeft deze maaimachine ontwikkeld en getest • Vul de brandstoftank nooit binnenshuis; om een redelijke mate van gebruiksveiligheid te tijdens het bijvullen niet roken.
  • Pagina 5: Onderhoud En Stalling

    Houd de machine in dat geval niet schuiner • Laat de motor nooit in een afgesloten dan nodig is, en til alleen de zijde op die het ruimte lopen, omdat zich daar giftige verst van u verwijderd is. koolmonoxidedampen kunnen verzamelen. •...
  • Pagina 6: Geluidsdruk

    • Om de beste prestaties en een veilig gebruik te verzekeren, dient u uitsluitend originele Toro -onderdelen en accessoires gebruiken. Nooit universele onderdelen en accessoires gebruiken; deze kunnen de veiligheid in gevaar brengen.
  • Pagina 7: Hellingdiagram

    Hellingdiagram...
  • Pagina 8: Veiligheids- En Instructiestick

    Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de gebruiker en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-9353 1. Sluit de brandstofafsluitklep voordat u de machine transporteert, draai de knop rechtsom tot de aanslag. 93-7442 1.
  • Pagina 9 1. Machine kan voorwerpen uitwerpen – Zorg ervoor dat de 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele grasgeleider op zijn plaats zit. Toro-maaimachine is. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
  • Pagina 10 110-2068 1. Lees de Gebruikershandleiding. 110-4972 1. SNEL 3. LANGZAAM 5. Motor – Starten 7. CHOKE 2. Continu snelheidsregeling 4. Motor – Afzetten 6. Duw op de bedieningsstang en Trek de aftakasschakelaar uit om het maaimes in te schakelen.
  • Pagina 11: Algemeen Overzicht Van De Machine

    Algemeen overzicht van de machine Figuur 4 1. Schakelhendel 7. Bedieningsstang van maaimessen 2. Aftakasschakelaar 8. Bovenste duwboom 3. Chokeknop 9. Bovenste deel van de handgreep 4. Onderste deel van de 10. Gashendel handgreep 5. Onderste duwboom 11. Contactschakelaar 6. Parkeerremhendel- 12.
  • Pagina 12: SpeciCaties

    Schakel in de gewenste versnelling en beweeg de The Toro® Company-dealer of distributeur, of bovenste duwboom naar voren om vooruit te ga naar www.Toro.com voor een lijst met alle rijden en naar achteren om af te remmen. Trek goedgekeurde en accessoires.
  • Pagina 13: Gebruiksaanwijzing

    Gebruiksaanwij- zing In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die Opmerking: Bepaal vanuit de normale benzinedampen tot ontbranding kunnen bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de brengen. Brand of explosie van benzine kan machine.
  • Pagina 14: Motoroliepeil Controleren

    Veiligheid staat voorop Gebruik van stabilizer/conditioner Gebruik van stabilizer/conditioner in de machine Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies en biedt de volgende voordelen: -stickers in het hoofdstuk Veilige bediening. Met behulp van deze informatie kunt u voorkomen dat • Houdt de benzine vers gedurende stalling van omstanders of uzelf letsel oplopen.
  • Pagina 15: Parkeerrem Vrijzetten

    Motor afzetten 1. De gashendel op LANGZAAM zetten. 2. Laat de motor 30-60 seconden stationair draaien voordat u het contactsleuteltje op UIT draait. 3. Draai het contactsleuteltje op UIT. Figuur 6 1. Bovenste duwboom 3. Vaste duwboom 2. Parkeerremhendel-in vergrendelde stand Parkeerrem vrijzetten 1.
  • Pagina 16: Maaimessen Uitschakelen (Aftakas)

    Werking van het veiligheidssysteem 2. Om de maaimessen in te schakelen, drukt u de bedieningsstang van de maaimessen tegen de Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de bovenste duwboom (Figuur 8). maaimessen uitsluitend draaien wanneer: 3. Zet de aftakasschakelaar op UIT en laat •...
  • Pagina 17: Achteruitrijden

    Om in een rechte lijn te rijden, moet u gelijkmatige druk uitoefenen op beide uiteinden van de bovenste duwboom Een mes kan worden verbogen of (Figuur 9). beschadigd als u een stoeprand oprijdt. Uitgeworpen stukjes mes kunnen ernstig Om een bocht te maken, vermindert u de druk of zelfs fataal letsel van bestuurder of op de kant van de bovenste duwboom in de omstanders veroorzaken.
  • Pagina 18: Een Stoeprand Achterwaarts Oprijden

    werking stellen; zie Parkeerrem in werking stellen in Gebruiksaanwijzing, blz. 13. Denk erom dat u het sleuteltje uit het contact haalt. Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als zij de machine verplaatsen of proberen te bedienen terwijl deze onbeheerd staat. Verwijder altijd het sleuteltje uit het contact en stel de parkeerrem in werking wanneer u de machine onbeheerd achterlaat, ook al is...
  • Pagina 19: Zijafvoer Of Fijnmaken Van

    openingen te plaatsen en afstandsstukken toe te voegen of te verwijderen. Opmerking: Alle maaihoogtepennen hebben minstens één afstandsstuk nodig, omdat er anders schade kan ontstaan aan een lagerbus. Opmerking: Per maaihoogtepen kunt u maximaal twee afstandsstukken gebruiken. Figuur 11 1. Kies de opening in de maaihoogtepen en het 1.
  • Pagina 20: Antiscalpeerrollen Afstellen

    Antiscalpeerrollen afstellen De antiscalpeerrollen moeten worden afgesteld in het juiste gat voor elke maaihoogte. De afstand tot de grond moet 10 mm bedragen. Opmerking: Als de antiscalpeerrollen te laag zijn afgesteld, kunnen de rollen overmatig slijten. 1. Nadat u de maaihoogte hebt ingesteld, moet u controleren of de afstand tussen de antiscalpeerrollen en de grond minimaal 10 mm is (Figuur 13).
  • Pagina 21: Afvoerplaat Instellen

    Positie van afvoerplaat 5. Controleer of de duwboom correct is afgesteld. instellen Zie Duwboom afstellen in het hoofdstuk Onderhoud. De volgende figuren zijn uitsluitend bedoeld 6. Controleer de afstelling van de parkeerrem. als aanbeveling voor gebruik. De instelling is Zie Remmen controleren in het hoofdstuk afhankelijk van de soort gras, het vochtgehalte en Onderhoud.
  • Pagina 22: Gewichtenset Voor Mid-Size Gebruiken

    Service Dealer voor het juiste • Deze positie biedt dezelfde voordelen als de aantal voorgewichten en de plaatsing. Toro SFS maaimachine. De voorkant van de machine kan omhoog schieten als het maaidek wordt verwijderd. Hierdoor kunt u of een omstander ernstig letsel oplopen.
  • Pagina 23: Onderhoud

    Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 • Motorolie verversen. bedrijfsuren • Veiligheidssysteem controleren. • Zwenkwielen en draaipunt van zwenkwielen smeren. • Motoroliepeil controleren. Bij elk gebruik of •...
  • Pagina 24: Smering

    Smering Smeren met Nr. 2 vet op lithium- of molybdeenbasis voor algemene doeleinden. Methode van smeren 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
  • Pagina 25: Onderhoud Motor

    tot stilstand zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten. 3. Maak de omgeving van het luchtfilter schoon om te voorkomen dat vuil in de motor komt en schade veroorzaakt (Figuur 23). 4. Draai de dekselknop los en verwijder het luchtfilterdeksel (Figuur 23). 5.
  • Pagina 26: Schuimelement En Papierelement Monteren

    Papierelement van het luchtlter onderhoudsbeurt geven 1. U mag het papierfilter niet reinigen. Vervang het om de 200 bedrijfsuren (Figuur 23). 2. Controleer het filter op scheuren, een vettig oppervlak of beschadiging van de rubberen afdichting. 3. Vervang het papierelement als het is beschadigd.
  • Pagina 27: Olie Verversen

    u langzaam net genoeg olie in de vulbuis gieten 9. Giet ca. 80 % van de gespecificeerde totdat het peil de VOL-markering bereikt. hoeveelheid olie langzaam in de vulbuis (Figuur 25). Belangrijk: Giet niet te veel olie in het 10. Controleer het oliepeil; zie Motoroliepeil carter;...
  • Pagina 28: Onderhoud Van De Bougies

    Onderhoud van de bougies Bougies controleren 1. Bekijk de binnenkant van de bougies Controleer de bougies om de 100 bedrijfsuren. (Figuur 29). Als de isolator lichtbruin of grijs Controleer of de elektrodenafstand tussen de is, werkt de motor naar behoren. Een zwarte centrale elektrode en de massa-elektrode correct laag op de isolator duidt meestal op een vuil is voordat u de bougie monteert.
  • Pagina 29: Onderhoud Brandstofsysteem

    Onderhoud brandstofsysteem Benzine aftappen uit de brandstoftank In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade Figuur 30 veroorzaken. 1. Brandstofafsluitklep 2. Klem • Tap de benzine af uit de brandstoftank wanneer de motor koud is.
  • Pagina 30: Onderhoud Elektrisch Systeem

    Onderhoud aandrijfsysteem Duwboom afstellen 1. Controleer de afstand tussen de bovenste duwboom en de vaste duwboom met volledig ingeschakelde wiel aandrijving. De afstand tussen de ringen moet ongeveer 25-32 mm zijn (Figuur 33). Figuur 31 Opmerking: De bovenste duwboom 1. Slangklem 3.
  • Pagina 31: Bandenspanning Controleren

    De lagerbussen van de zwenkwielvork vervangen De zwenkwielvorken zijn gemonteerd in lagerbussen die zijn gedrukt in de boven- en onderkant van de bevestigingsbuizen van het draagframe. Om de lagerbussen te controleren, moet u de zwenkwielvorken naar voren en naar achteren en naar links en rechts bewegen. Als de zwenkwielvork los zit, zijn de lagerbussen versleten en moeten zij worden vervangen.
  • Pagina 32: Onderhoud Van Zwenkwielen En Lagers

    1. Verwijder de borgmoer en de wielbout waarmee het zwenkwiel is bevestigd aan de zwenkwielvork (Figuur 38). Figuur 37 1. Bevestigingsbuis 2. Lagerbus 5. Smeer de binnen- en buitenkant van de nieuwe Figuur 38 lagerbussen. Druk de lagerbussen voorzichtig 1. Borgmoer in de draaibuis met behulp van een hamer en 4.
  • Pagina 33: Elektrische Koppeling

    Onderhouden remmen Elektrische koppeling afstellen Onderhoud van de remmen De koppeling is afstelbaar zodat er goed geschakeld en geremd kan worden. De afstelling moet om de Voor elk gebruik moet u de remmen controleren 100 bedrijfsuren worden gecontroleerd. op een horizontaal oppervlak en een helling. 1.
  • Pagina 34: Onderhoud Riemen

    Onderhoud riemen 4. Zet de parkeerrem vrij; zie Parkeerrem vrijzetten in Gebruiksaanwijzing, blz. 13. Tractieriem vervangen 5. Om de rem af te stellen, verwijdert u de R-pen en de ring van de remhendel en de draaipen (Figuur 40). Controleer alle riemen om de 50 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden.
  • Pagina 35: Transmissieriem Vervangen

    Transmissieriem vervangen 12. Monteer de aanslag van de koppeling aan het maaidek (Figuur 42). 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem 13. Sluit de stekker van de koppeling aan op de in werking. kabelboom. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje 14.
  • Pagina 36: Drijfriem Van Aftakas Vervangen

    8. Monteer de nieuwe riem op de motorpoelie en de veerbelaste spanpoelie (Figuur 44). 9. Plaats de riem op de middelste poelie op het maaidek (Figuur 44). Wees voorzichtig als u de riem monteert, want de spanning wordt groter omdat de spanpoelie veerbelast is. 10.
  • Pagina 37: Onderhoud Van Het Maaidek

    Vóór controle en onderhoud van de maaimessen Parkeer de maaimachine op een horizontaal oppervlak, schakel de messen uit en stel de parkeerrem in werking. Draai het contactsleuteltje op UIT. Verwijder het sleuteltje en maak de bougiekabels los van de bougies. De maaimessen controleren Controleer de messen om de 8 bedrijfsuren.
  • Pagina 38: Controle Op Kromme Messen

    2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje kan worden gebruikt, moet u ter vervanging en wacht totdat alle bewegende onderdelen uitsluitend originele Toro-messen gebruiken. tot stilstand zijn gekomen alvorens de Gebruik ter vervanging nooit messen van andere bestuurderspositie te verlaten.
  • Pagina 39: Maaimessen Monteren

    bestuurderspositie te verlaten. Maak de bougiekabel(s) los van de bougie(s). 3. Pomp de banden op de voorgeschreven spanning; zie Onderhoud aandrijfsysteem, blz. 30. 4. Controleer of de messen en assen niet krom of Figuur 49 verbogen zijn. Zie Controleren op kromme 1.
  • Pagina 40: Hoogte Van Maaidek Controleren

    5. Meet de hoogte van het maaidek bij punt B (Figuur 52). 6. Als de hoogte bij punten A en B niet gelijk is, moet u de bandenspanning iets veranderen totdat deze punten even hoog zijn. Schuinstand van draagframe controleren Het draagframe moet een schuinstand van 3 tot 9 mm hebben over een lengte van 61 cm (Figuur 53).
  • Pagina 41: De Schuinstand Van Het Maaidek Controleren

    1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem messen. Als het verschil niet correct is, gaat u in werking. verder naar Schuinstand van maaidek wijzigen. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
  • Pagina 42: Maaidek Horizontaal Stellen

    4. Zet de maaimessen in de schuinstand. 2. Zet de machine op een maaihoogte Controleer de schuinstand en stel deze bij als van 101,6 mm overeenkomstig de dit nodig mocht zijn. maaihoogtesticker. 5. Controleer of het maaidek horizontaal staat. 3. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en zet een mes in de lengterichting.
  • Pagina 43 Figuur 59 1. Bout 5. Veer, gemonteerd 2. Afstandsstuk 6. Grasgeleider 3. Borgmoer 7. L-vormige eind van veer, achter de rand van het maaidek plaatsen alvorens de bout te monteren 4. Veer 8. J-vormige haakeind van veer 2. Plaats een afstandsstuk en de veer op de grasgeleider.
  • Pagina 44: Stalling

    Stalling Opmerking: Benzine waaraan stabilizer/conditioner is toegevoegd, niet langer dan 90 dagen bewaren. Reiniging en stalling 9. Verwijder de bougie(s) en controleer de 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in toestand ervan; zie Onderhoud van de bougie werking en draai het contactsleuteltje op UIT. in Onderhoud motor, blz.
  • Pagina 45: Problemen, Oorzaak En Remedie

    Problemen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Motor start niet, start 1. Brandstoftank leeg. 1. Tank met benzine vullen. moeilijk of blijft niet lopen. 2. Choke staat niet op AAN 2. De chokehendel op AAN zetten 3. Luchtlter vuil. 3.
  • Pagina 46: Mogelijke Oorzaak

    Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Motor raakt oververhit. 1. Motor overbelast. 1. De rijsnelheid verminderen. 2. Oliepeil in carter te laag. 2. Het carter bijvullen met olie. 3. Koelribben en 3. De koelribben luchtkanalen onder en luchtkanalen ventilatorhuis verstopt. ontstoppen. Machine rijdt niet. 1.
  • Pagina 47 Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Onregelmatige maaihoogte. 1. Maaimes(sen) bot. 1. Mes(sen) slijpen. 2. Maaimes(sen) verbogen 2. Nieuwe maaimes(sen) of niet in balans. monteren. 3. Het maaidek staat niet 3. Maaidek horizontaal horizontaal. stellen 4. Schuinstand van 4. De schuinstand maaidek is verkeerd. controleren.
  • Pagina 48 Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Messen draaien niet. 1. Drijfriem versleten, los of 1. Spanning van de gebroken. drijfriem controleren. 2. Drijfriem van maaimes is 2. Drijfriem monteren en van poelie af. assen en riemgeleiders op juiste stand controleren. 3. Drijfriem van maaidek 3.
  • Pagina 49: Schema's

    Schema's Elektrisch schema (Rev. A)

Inhoudsopgave