Figuur 10
1. Onderste duwboom
ingedrukt en maaimachine
in achteruit.
2. Om hoogtrekken om
machine gemakkelijker een
stoeprand te laten oprijden
Een stoeprand achterwaarts oprijden
1. Schakel de maaimessen uit.
2. Zet de machine in de achteruit.
3. Laat de machine rijden totdat de achterwielen
contact maken met de stoeprand (Figuur 10).
Opmerking: Beide achterwielen moeten
contact maken met de stoeprand en de
zwenkwielen moeten recht staan.
4. Druk tegelijkertijd op de onderste duwboom
en trek de machine de stoeprand op met
behulp van de onderste handgreep (Figuur 9
en Figuur 10).
Opmerking: Als u de onderste handgreep
gebruikt, kunt u de machine gemakkelijker
een stoeprand laten oprijden en zullen de
achterwielen niet ronddraaien.
De machine stoppen
Om de machine te stoppen, moet u de
bovenste duwboom naar achteren trekken, de
bedieningsstang van de maaimessen loslaten en het
contactsleuteltje op UIT draaien. Als u de machine
onbeheerd laat, moet u tevens de parkeerrem in
3. Onderste duwboom
ingedrukt en maaimachine
in vooruit.
werking stellen; zie Parkeerrem in werking stellen
in Gebruiksaanwijzing, blz. 13. Denk erom dat u
het sleuteltje uit het contact haalt.
Kinderen of omstanders kunnen letsel
oplopen als zij de machine verplaatsen of
proberen te bedienen terwijl deze onbeheerd
staat.
Verwijder altijd het sleuteltje uit het contact
en stel de parkeerrem in werking wanneer u
de machine onbeheerd achterlaat, ook al is
het slechts voor een paar minuten.
Transport van de machine
Gebruik een aanhanger of vrachtwagen voor zwaar
vervoer om de machine te transporteren. Zorg
ervoor dat de aanhanger of vrachtwagen is voorzien
van alle benodigde wettelijk voorgeschreven
remmen, verlichting en aanduidingen. Lees
aandachtig alle veiligheidsinstructies. Met
behulp van deze informatie kunt u letsel van
uw gezinsleden, omstanders, dieren en uzelf
voorkomen.
De machine transporteren:
1. Als u een aanhanger gebruikt, moet u deze
met veiligheidskettingen aan het sleepvoertuig
bevestigen.
2. Zet eventueel de aanhanger op de rem.
3. Laad de machine op de aanhanger of de
vrachtwagen.
4. Zet de motor af, verwijder het
contactsleuteltje,.stel de parkeerrem in
werking en sluit de brandstofklep.
5. Gebruik de metalen bevestigingsogen op de
machine om deze stevig vast te zetten op de
aanhanger of de vrachtwagen met behulp
van riemen, kettingen, kabels of touwen
(Figuur 11).
18