FC 300 Design Guide
Alle gebeurtenissen en acties zijn genummerd en gekoppeld in paren die statussen worden genoemd. Dit
betekent dat actie [1] wordt uitgevoerd wanneer gebeurtenis [1] heeft plaatsgevonden (de waarde TRUE
heeft gekregen). Hierna worden de omstandigheden van gebeurtenis [2] geëvalueerd en bij de evaluatie
TRUE wordt actie [2] uitgevoerd enz. Gebeurtenissen en acties worden in arrayparameters geplaatst.
Er wordt steeds slechts één gebeurtenis geëvalueerd. Wanneer een gebeurtenis wordt geëvalueerd als
FALSE gebeurt er niets (in de SLC) tijdens het huidige scaninterval en zullen er geen andere gebeurte-
nissen worden geëvalueerd. Dit betekent dat bij het starten van de SLC gebeurtenis [1] (en enkel
gebeurtenis [1]) tijdens elk scaninterval zal worden geëvalueerd. Alleen wanneer gebeurtenis [1] als
TRUE wordt geëvalueerd, voert de SLC actie [1] uit en begint deze met het evalueren van gebeurtenis
[2].
Er kunnen 0 tot 20 gebeurtenissen en acties worden geprogrammeerd. Als de laatste gebeurtenis/actie
is geëvalueerd, begint de cyclus opnieuw vanaf gebeurtenis [1] / actie [1]. De afbeelding toont een
voorbeeld met drie gebeurtenissen/acties:
Kortsluiting (motorfase – fase)
De frequentieomvormer is beveiligd tegen kortsluiting door middel van stroommetingen in elk van de drie
motorfasen of in de DC-tussenkring. Een kortsluiting tussen twee uitgangsfasen zal een te hoge stroom
in de omvormer veroorzaken. Elke transistor van de omvormer wordt afzonderlijk uitgeschakeld als de
kortsluitstroom de toegestane waarde (Alarm 16 Uit & blokk.) overschrijdt.
Zie de installatierichtlijnen van de loadsharing- en remuitgangen voor het beschermen van de frequen-
tieomvormer tegen kortsluiting.
Schakelen aan de uitgang
Schakelen aan de uitgang tussen de motor en de frequentieomvormer is toegestaan. Het is niet mogelijk
de frequentieomvormer te beschadigen door aan de uitgang te schakelen. Er kunnen echter wel fout-
meldingen verschijnen.
Door de motor gegenereerde overspanning
De spanning in de tussenkring neemt toe als de motor als generator werkt. Dit gebeurt in de volgende
gevallen:
1.
De belasting drijft de motor aan (bij constante uitgangsfrequentie), d.w.z. dat de belasting ener-
gie levert.
2.
Als gedurende het vertragen ('uitlopen') het traagheidsmoment hoog is, is de wrijving laag en is
de uitlooptijd te kort om de energie te kunnen afvoeren als een verlies in de frequentieomvormer,
de motor en de installatie.
Inleiding van de FC 300
MG.33.B8.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
45