FC 300 Design Guide
Optimalisatie van de procesregelaar
De basisinstellingen zijn nu gemaakt. Alleen de proportionele versterking, de integratietijd en de diffe-
rentiatietijd moeten nog worden geoptimaliseerd (par. 7-33, 7-34, 7-35). Bij de meeste processen
kunnen hiervoor onderstaande richtlijnen worden gevolgd.
1.
Start de motor
2.
Stel par. 7-33 (Prop. versterking) in op 0,3 en verhoog deze totdat het terugkoppelsignaal weer
continu begint te variëren. Verlaag de waarde vervolgens totdat het terugkoppelsignaal is ge-
stabiliseerd. Verlaag ten slotte de proportionele versterking met 40-60 %.
3.
Stel par. 7-34 (Integratietijd) in op 20 s en verlaag de waarde totdat het terugkoppelsignaal weer
continu begint te variëren. Verhoog de integratietijd totdat het terugkoppelsignaal is gestabili-
seerd, gevolgd door een toename van 15-50 %.
4.
Gebruik parameter 7-35 alleen voor zeer snelwerkende systemen (differentiatietijd). De meest
gebruikte waarde is vier keer de ingestelde integratietijd. De differentiator moet alleen worden
gebruikt wanneer de instelling van de proportionele versterking en de integratietijd volledig is
geoptimaliseerd. Zorg ervoor dat oscillaties op het terugkoppelsignaal voldoende worden ge-
dempt door het laagdoorlaatfilter op het terugkoppelsignaal.
NB!
Indien nodig kan start/stop enkele keren worden geactiveerd om een variatie van het terug-
koppelsignaal teweeg te brengen.
Ziegler/Nichols-instelmethode
Er zijn verschillende methodes om de PID-regelaars van de frequentieomvormer in te stellen. Een van
deze methodes is een techniek die in de jaren 1950 werd ontwikkeld, maar die zijn waarde heeft bewezen
en ook nu nog wordt gebruikt. Deze methode staat bekend als de Ziegler/Nichols-instelmethode.
NB!
De gegeven methode mag niet worden gebruikt bij toepassingen die beschadigd kunnen raken
door de oscillaties die worden veroorzaakt door marginaal stabiele besturingsinstellingen.
De criteria voor het aanpassen van de parameters
zijn eerder gebaseerd op een evaluatie van het
systeem op de grens van stabiliteit dan op het be-
palen van de staprespons. De proportionele ver-
sterking wordt verhoogd totdat continue oscilla-
ties (gemeten op de terugkoppeling) worden
waargenomen, dat wil zeggen, totdat het systeem
marginaal stabiel wordt. De overeenkomstige ver-
sterking (K
) wordt de uiterste versterking ge-
u
noemd. De oscillatietijd (P
periode genoemd) worden bepaald zoals aange-
geven in figuur 1.
P
moet worden gemeten wanneer de oscillatieamplitude zeer klein is. Vervolgens moet er weer een
u
'terugtrekking' van deze versterking plaatsvinden, zoals weergegeven in tabel 1.
K
is de versterking waarbij de oscillatie wordt verkregen.
u
Regelingstype
PI-regeling
PID strakke regeling
PID enige doorschot
Tabel 1: Ziegler/Nichols-instelling voor regelaar, gebaseerd op een stabiliteitsgrens.
Inleiding van de FC 300
) (ook wel de uiterste
u
Prop. versterking
0,45 * K
u
0,6 * K
u
0,33 * K
u
MG.33.B8.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Figuur 1: Marginaal stabiel systeem
integratietijd
0,833 * P
u
0,5 * P
u
0,5 * P
u
Differentiatietijd
-
0,125 * P
u
0,33 * P
u
35