FC 300 Design Guide
De motorregeling in deze configuratie is afhankelijk van een terugkoppelsignaal van een encoder die
direct op de motor is geïnstalleerd (ingesteld in par. 1-02 Flux motorterugk.bron).
Selecteer Snelheid gesl. lus [1] in par. 1-00 om de totale referentie te gebruiken als een ingang voor de
snelheids-PID-regeling. De parameters voor de snelheids-PID-regeling staan in par. groep 7-0*.
Selecteer Koppel [2] in par. 1-00 om de totale referentie direct als koppelreferentie te gebruiken. Kop-
pelregeling kan alleen worden geselecteerd in de configuratie Flux met enc.terugk. (par. 1-01 Motorbe-
sturingsprincipe). Wanneer deze modus geselecteerd is, zal de referentie de eenheid Nm gebruiken. Er
is geen terugkoppeling vereist, aangezien het actuele koppel wordt berekend op basis van de gemeten
stroom van de frequentieomvormer.
Selecteer Proces [3] in par. 1-00 om de proces-PID-regeling te gebruiken voor regeling met terugkop-
peling van bijv. een snelheids- of procesvariabele in de betreffende toepassing.
Interne stroomregeling in VVC
De frequentieomvormer is uitgerust met een ingebouwde stroombegrenzer die geactiveerd wordt wan-
neer de motorstroom, en daarmee dus het koppel, hoger is dan de koppelbegrenzingen die zijn ingesteld
in par. 4-16, 4-17 en 4-18.
Wanneer de frequentieomvormer de stroomgrens bereikt tijdens motorwerking of generatorwerking zal
de frequentieomvormer proberen zo snel mogelijk onder de vooraf ingestelde koppelbegrenzingen te ko-
men, zonder de controle over de motor te verliezen.
Lokale (Hand on) en externe (Auto on) besturing
De frequentieomvormer kan handmatig worden bestuurd via het lokale bedieningspaneel (LCP) of extern
worden bestuurd via de analoge en digitale ingangen en de seriële bus.
Als het wordt toegestaan in par. 0-40, 0-41, 0-42 en 0-43 is het mogelijk om de frequentieomvormer te
starten en te stoppen via de toetsen [Hand on] en [Off] op het LCP. Alarmen kunnen worden gereset via
de [Reset]-toets. Wanneer u de [Hand on]-toets indrukt, schakelt de frequentieomvormer over naar de
handmatige modus en wordt de lokale referentie gevolgd die kan worden ingesteld met de pijltjestoets
op het LCP.
Wanneer u de [Auto on]-toets indrukt, schakelt de
frequentieomvormer over naar de automatische
modus en wordt (standaard) de externe referentie
gevolgd. In deze modus is het mogelijk om de fre-
quentieomvormer te besturen via de digitale in-
gangen en de verschillende seriële interfaces (RS
485, USB of een optionele veldbus). Voor meer
informatie over starten, stoppen, aan/uitloop wij-
zigen en parametersetups enz., zie par. groep
5-1* (digitale ingangen) of par. groep 8-5* (seri-
ele communicatie).
Actieve referentie en Configuratiemodus
De actieve referentie kan zowel de lokale referentie als de externe referentie zijn.
In par. 3-13 Referentieplaats kan de lokale referentie permanent worden geselecteerd via de waarde
Lokaal [2].
Selecteer Extern [1] om de externe referentie permanent in te stellen. Bij selectie van Gekoppeld Hand/
Auto [0] (standaard) is de referentieplaats afhankelijk van de modus die actief is. (handmodus of auto-
modus).
Inleiding van de FC 300
+
-modus
MG.33.B8.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
130BP046.10
21