FC 300 Design Guide
De afstandsreferentie wordt één keer per scaninterval berekend en bestaat aanvankelijk uit twee delen:
1.
X (de externe referentie): een som (zie par. 3-04) van maximaal vier extern geselecteerde re-
ferenties, bestaande uit elke mogelijke combinatie (bepaald door de instelling in par. 3-15, 3-16
en 3-17) van een vaste, vooraf ingestelde referentie (par. 3-10), variabele analoge referenties,
variabele digitale pulsreferenties en diverse seriële-busreferenties in de eenheid op basis waar-
van de frequentieomvormer wordt bestuurd ([Hz], [tpm], [Nm] enz.).
2.
Y- (de relatieve referentie): een som van één vaste, vooraf ingestelde referentie (par. 3-14) en
één variabele analoge referentie (par. 3-18) in [%].
De twee delen worden gecombineerd in de volgende berekening: Afstandsreferentie = X + X * Y / 100
%. De functies inhalen/vertragen en referentie vasthouden kunnen beide worden geactiveerd via de
digitale ingangen van de frequentieomvormer. De functies worden beschreven in par. groep 5-1*.
Het schalen van analoge referenties wordt beschreven in par. groep 6-1* en 6-2* en het schalen van
digitale pulsreferenties wordt beschreven in par. groep 5-5*.
Referentiebegrenzingen en -bereiken worden ingesteld in par. groep 3-0*.
Gebruik van referenties
Referenties en terugkoppeling kunnen worden geschaald in fysieke eenheden (nl. tpm, Hz, °C) of gewoon
in % gerelateerd aan de waarden van par. 3-02 Minimumreferentie en par. 3-03 Max. referentie.
In dat geval worden alle analoge en pulsingangen geschaald op basis van de volgende regels:
•
Wanneer par. 3-00 Referentiebereik [0] Min - Max is, staat 0 % referentie gelijk aan 0 [eenheid],
waarbij 'eenheid' elke eenheid kan zijn, bijv. tpm, m/s, bar enz., en staat 100 % referentie gelijk
aan Max (abs (par. 3-03 Max. referentie), abs (par. 3-02 Minimumreferentie)).
Inleiding van de FC 300
MG.33.B8.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
23