Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss FC 300 Series Installatiehandleiding pagina 104

Verberg thumbnails Zie ook voor FC 300 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

FC 300 Design Guide
De aardlekstroom van de frequentieomvormer bedraagt meer dan 3,5 mA. Om er voor te
zorgen dat de aardkabel een goede mechanische aansluiting heeft op de aardverbinding (klem
95) moet een kabeldoorsnede van minimaal 10 mm² worden gebruikt of 2 nominale aard-
draden die afzonderlijk zijn afgesloten.
Elektrische installatie: EMC-voorzorgsmaatregelen
De volgende richtlijnen beschrijven de juiste installatie van frequentieomvormers. Volg deze richtlijnen
op om te voldoen aan EN 61800-3 Eerste omgeving. Bij een installatie in EN 61800-3 Tweede omge-
ving, d.w.z. industriële netwerken, of in een installatie met een eigen transformator mag van onder-
staande richtlijnen worden afgeweken. Dit wordt echter niet aanbevolen. Zie ook de secties CE-
markering, Algemene aspecten van EMC-emissies en EMC-testresultaten.
Punten die in acht moeten worden genomen om te zorgen voor een EMC-correcte elektrische
installatie:
Gebruik alleen gevlochten, afgeschermde/gewapende motorkabels en gevlochten, afgescherm-
de/gewapende stuurkabels. De afscherming dient een minimale bedekking van 80 % te ver-
schaffen. Het afschermingsmateriaal moet van metaal zijn, meestal (maar niet altijd) koper,
aluminium, staal of lood. Er gelden geen speciale vereisten voor de netkabel.
Voor installaties waarbij stijve metalen leidingen worden gebruikt, zijn geen afgeschermde kabels
nodig, maar de motorkabel moet echter wel in een andere leiding worden geïnstalleerd dan de
stuurkabel en netkabel. Volledige aansluiting van de leiding van de omvormer naar de motor is
vereist. De EMC-karakteristieken van flexibele leidingen lopen zeer uiteen en daarvoor is infor-
matie van de fabrikant vereist.
Sluit de afscherming/wapening/leiding voor zowel motorkabels als stuurkabels aan beide uitein-
den aan op aarde. Soms is het niet mogelijk om de afscherming aan beide uiteinden aan te
sluiten. In dat geval moet de afscherming worden aangesloten op de frequentieomvormer. Zie
ook Aarding van gevlochten afgeschermde/gewapende stuurkabels.
Vermijd afsluiting van de afscherming/wapening met gedraaide kabeluiteinden (pigtails). Een
dergelijke afsluiting verhoogt de afschermingsimpedantie bij hoge frequenties, wat het rende-
ment bij hoge frequenties vermindert. Gebruik in plaats daarvan kabelklemmen of EMC-goed-
gekeurde kabelpakkingen met lage impedantie.
Vermijd waar mogelijk het gebruik van niet-afgeschermde/niet-gewapende motorkabels of
stuurkabels binnen kasten voor de omvormer(s).
Plaats de afscherming zo dicht mogelijk bij de verbindingen.
In de afbeelding is een voorbeeld van een EMC-correcte elektrische installatie weergegeven van een IP
20-frequentieomvormer. De frequentieomvormer is in een installatiekast met een uitgangsschakelaar
gemonteerd en op een PLC aangesloten, die in een afzonderlijke behuizing is geïnstalleerd. Andere in-
stallatiemethoden kunnen ook goede EMC-karakteristieken opleveren, mits de bovenstaande richtlijnen
voor een goede technische praktijk in acht worden genomen.
Wanneer de installatie niet volgens de richtlijnen wordt uitgevoerd en niet-afgeschermde kabels en
stuurkabels worden gebruikt, wordt aan sommige emissievereisten niet voldaan, ook al wordt wel aan
de immuniteitsvereisten voldaan. Zie EMC-testresultaten.
104
Installeren
MG.33.B8.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave