FC 300 Design Guide
ALARM 54
AMA-motor te klein:
De motor is te klein om AMA te kunnen uitvoeren.
ALARM 55
AMA-par. buiten bereik:
De ingestelde parameterwaarden voor de motor
vallen buiten het toegestane bereik.
ALARM 56
AMA onderbroken door gebruiker:
AMA is onderbroken door de gebruiker.
ALARM 57
AMA time-out:
Probeer AMA enkele keren helemaal opnieuw te
starten, totdat AMA correct wordt uitgevoerd.
Wanneer de AMA verschillende keren kort na elk-
aar wordt uitgevoerd, kan de motor zo warm wor-
den dat de weerstanden Rs en Rr groter worden.
In de meeste gevallen is dit echter niet kritiek.
ALARM 58
AMA interne fout:
Neem contact op met uw Danfoss-leverancier.
WAARSCHUWING 59
Stroomgrens:
Neem contact op met uw Danfoss-leverancier.
WAARSCHUWING 61
Encoderverlies:
Neem contact op met uw Danfoss-leverancier.
WAARSCHUWING 62
Uitgangsfrequentie
zing:
De uitgangsfrequentie is hoger dan de ingestelde
waarde in parameter 4-19.
ALARM 63
Mechanische rem laag:
De huidige motorstroom heeft het niveau van de
'remvrijgave'-stroom niet overschreden binnen de
ingestelde tijd voor de startvertraging.
WAARSCHUWING 64
Spanningsbegrenzing:
De combinatie van belasting en snelheid vereisen
een motorspanning die hoger is dan de actuele
DC-tussenkringspanning.
WAARSCHUWING/ALARM/UITSCHAKELING
65
Overtemperatuur stuurkaart:
Overtemperatuur stuurkaart: De uitschakeltem-
peratuur voor de stuurkaart is 80 °C.
WAARSCHUWING 66
Oplossen van problemen
op
maximumbegren-
MG.33.B8.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Temperatuur koellichaam laag:
De gemeten temperatuur van het koellichaam is 0
°C. Dit zou kunnen betekenen dat de tempera-
tuursensor defect is. Daarom wordt de ventilator-
snelheid maximaal verhoogd voor het geval het
vermogensdeel of de stuurkaart erg warm zijn.
ALARM 67
Optieconfiguratie is gewijzigd:
Een of meer opties zijn toegevoegd of verwijderd
sinds de laatste uitschakeling.
ALARM 68
Veilige stop ingeschakeld:
De veilige stop is ingeschakeld. Om terug te keren
naar normaal bedrijf moet 24 V DC worden toe-
gepast op klem 37. Vervolgens moet er een re-
setsignaal worden gegeven (via bus of digitale I/
O, of door op [Reset] te drukken). Raadpleeg de
betreffende informatie en instructies in de Design
Guide voor een juist en veilig gebruik van de func-
tie Veilige stop.
ALARM 70
Ongeldige FC-configuratie:
De huidige combinatie van stuurkaart en voe-
dingskaart is niet toegestaan.
ALARM 80
Omvormer ingesteld op standaardwaarde:
De parameterinstellingen zijn teruggezet naar de
standaardinstellingen na een handmatige (drie-
vingerige) reset.
ALARM 91
Analoge ingang 54 verkeerd ingesteld:
Schakelaar S202 moet worden ingesteld in de po-
sitie UIT (spanningsingang) wanneer een KTY-
sensor is aangesloten op analoge ingangsklem 54.
ALARM 250
Nieuw reserveonderdeel:
Het vermogen of de voeding van de schakelmodus
is verwisseld. De typecode voor de frequentieom-
vormer moet worden hersteld in EEPROM. Selec-
teer de juiste typecode in par. 14-23 op basis van
het label op het toestel. Vergeet niet om 'In EE-
PROM opslaan' te selecteren om de procedure te
voltooien.
ALARM 251
Nieuwe typecode:
De frequentieomvormer heeft een nieuwe typeco-
de gekregen.
157