•
Koppel de laadapparatuur na het
opladen niet los met natte handen of
terwijl u op een nat oppervlak staat.
• Controleer voordat u gaat rijden of
de laadapparatuur is losgekoppeld
van de laadpoort en of de deur van
de laadpoort is gesloten.
Compatibiliteit van voertuig en
laadinfrastructuur
•
De labels bevinden zich op de
laadaansluiting van het voertuig,
onderdelen van de lokale
laadinfrastructuur (laadstations,
stopcontacten) en op de laadkabel.
•
De labels verwijzen naar
gestandaardiseerde laadsystemen in
overeenstemming met DIN EN 62196.
Voorzorgsmaatregelen bij het opladen
Wanneer de laadstatus-balk op het
•
instrumentenpaneel rood wordt, is
de hoogspanningsaccu bijna leeg.
Laad het onmiddellijk op, anders
wordt de levensduur van de
hoogspanningsaccu verkort.
•
Draagbare wisselstroomlader voor
huishoudelijk gebruik verwijst naar
opladen met een
wisselstroomlaadadapter (aangeduid
als 3-7 connector) die op het voertuig
is uitgerust. Het wordt aanbevolen
om speciale AC-lijnen en
stopcontacten van 220 V - 240 V AC te
gebruiken om lijnschade en trippen
als gevolg van opladen met hoog
vermogen te voorkomen, wat een
negatieve invloed kan hebben op
andere apparatuur.
Voorzorgsmaatregelen om schade
•
aan oplaadapparatuur te voorkomen:
• Sla niet op de laadapparatuur en
voorkom mechanische schade door
vallen of botsen.
• Plaats de laadapparatuur niet in de
buurt van verwarmingen of andere
warmtebronnen.
•
Voordat u oplaadt:
• Zorg ervoor dat de
oplaadconnector en de
oplaadpoort vrij zijn van vreemde
voorwerpen en dat de
beschermkap van de
oplaadconnector niet losraakt of
vervormt.
• Houd de oplaadconnector met één
hand vast, lijn de connector uit met
de oplaadpoort en duw deze naar
binnen, waarbij u ervoor zorgt dat
ze goed zijn aangesloten.
•
Wanneer het opladen is voltooid:
• Stop eerst met opladen en zorg
ervoor dat de oplaadpoort
ontgrendeld is.
• Houd de oplaadconnector met één
hand vast en verwijder de
connector.
• Forceer de laadconnector er niet uit
terwijl de laadpoort vergrendeld is,
anders kan de laadpoort
beschadigd raken.
•
AC- of DC-opladen is beschikbaar in
elke voedingsmodus. Om de
veiligheid te garanderen, wordt
aanbevolen om het voertuig uit te
schakelen voordat u het oplaadt.
•
Voorzorgsmaatregelen:
• De airco kan normaal worden
gebruikt terwijl het voertuig wordt
opgeladen. Om het laadvermogen
te garanderen, wordt aanbevolen
om de airco niet in te schakelen.
• De auto moet in een geventileerde
ruimte worden geparkeerd en er
mag zich geen inzittende binnenin
bevinden tijdens het opladen.
04
73