•
Airbags worden niet geactiveerd
wanneer het voorste deel (gearceerd
deel in de afbeelding) van het
voertuig een botsing heeft.
•
De afdekking van de airbag is
gekrast, gebarsten of anderszins
beschadigd.
Airbags moeten worden verwijderd,
•
gedemonteerd, geïnstalleerd of
gerepareerd.
•
Zijairbags en gordijnairbags zijn
geactiveerd.
•
Tijdens een ongeval is een botsing
tegen een voertuigdeur niet
voldoende om de airbag te activeren.
•
Het oppervlak van de stoel met een
zijairbag is bekrast, gebarsten of
beschadigd.
24
•
De trimming (voering) (gearceerd
deel in de afbeelding) van de A-pijler,
dakrail en C-pijler met gordijnairbag
erin is bekrast, gebarsten of
beschadigd.
Kinderbeveiligings-
systemen
Kinderbeveiligings-
systeem
Kinderbeveiligingssystemen bieden uw
kind een goede bescherming bij een
ongeval. Lees voor de veiligheid van het
kind de instructies bij het kinderzitje en
in deze handleiding aandachtig door
voordat u een kinderzitje installeert.
WAARSCHUWING
• Zet een kind nooit op uw schoot
tijdens een rit in het voertuig.
• Er moet een geschikt
kinderbeveiligingssysteem worden
gebruikt voor uw kind.
• Volg de instructies die bij het
kinderbeveiligingssysteem zijn
geleverd en die in deze handleiding
staan om er zeker van te zijn dat een
kinderbeveiligingssysteem correct in
het voertuig is geïnstalleerd.
• Zorg ervoor dat het
kinderbeveiligingssysteem veilig
wordt opgeborgen wanneer het kind
uit de stoel wordt verwijderd.