VOORZICHTIG
Systeem onder druk
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
‐
De oliekamer staat mogelijk onder
druk. Draai de bouten zorgvuldig los en
verwijder deze pas nadat de druk volle-
dig ontsnapt is.
Inspectie en aanpassing van de speling rondom
de waaier
De waaierspeling moet worden ingesteld
op 0,7 mm ± 0,2 mm. Er moeten minimaal
3 verschillende punten worden gecontro-
leerd.
De juiste axiale speling bedraagt 0,7 mm ± 0,2 mm.
Stel de speling opnieuw in als deze 0,7 mm of meer
bedraagt. De methode om de speling opnieuw in te
stellen is verschillend voor dompelpompen,
opstellingstypen S, C en ST en voor droog
opgestelde pompen, opstellingstypen D en H.
Dompelpompen, opstellingstypen S, C en ST
GEVAAR
Lading boven het hoofd
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Werk nooit onder een pomp wanneer
deze aan een kraan hangt.
Verontreinigde pompen en service
VOORZICHTIG
Biologisch gevaar
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
‐
Spoel de pomp grondig door met
schoon water en spoel de pomponder-
delen af na demontage.
Een pomp wordt geclassificeerd als verontreinigd als
deze wordt gebruikt voor besmettelijke of giftige
vloeistof.
VOORZICHTIG
Biologisch gevaar
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
‐
Spoel de pomp grondig door met
schoon water en spoel de pomponder-
delen af na demontage.
Verzenden van de pomp voor service
Voordat u het product retourneert voor service, neemt
u contact op met Grundfos met details over de
verpompte vloeistof. Anders kan Grundfos het
uitvoeren van onderhoud op het product weigeren.
Elke aanvraag voor service moet details over de
verpompte vloeistof bevatten.
264
Bedrijfscondities
pH-waarde
Alle pompen kunnen worden gebruikt voor het
verpompen van vloeistoffen met een pH waarde
tussen 4 en 10.
Vloeistoftemperatuur
De toegestane temperatuur is 0-40 °C.
In speciale situaties kan de temperatuur
van de verpompte vloeistof hoger zijn als
de motor niet volledig wordt belast.
Neem in dat geval contact op met het fili-
aal of de servicedienst van Grundfos het
dichtst bij u in de buurt.
Explosieveilige pompen mogen geen vloei-
stoffen verpompen met een temperatuur
hoger dan 40 °C.
Omgevingstemperatuur
De toegestane omgevingstemperatuur is -5 °C tot
+40 °C.
In speciale situaties kan de omgevings-
temperatuur hoger zijn dan 40 °C als de
motor niet volledig wordt belast.
Neem in dat geval contact op met het fili-
aal of de servicedienst van Grundfos het
dichtst bij u in de buurt.
Voor explosieveilige pompen moet de om-
gevingstemperatuur ter plekke van de op-
stelling tussen -5 °C en +40 °C liggen.
Dichtheid en viscositeit van de verpompte
vloeistof
3
Dichtheid: 1000 kg/m
.
Kinematische viscositeit: 1 mm
Bij het verpompen van vloeistoffen met
een hogere dichtheid en/of kinematische
viscositeit dan de hierboven vermelde
waarden dienen motoren met hogere ver-
mogens te worden gebruikt.
Stroomsnelheid
Houd een minimale stroomsnelheid aan om
afzettingen in het leidingsysteem te vermijden.
Aanbevolen snelheden:
Verticale leidin-
0,7 m/s
gen:
Horizontale lei-
1,0 m/s
dingen:
2
/s (1 cSt).