WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Zorg ervoor dat er geen onderdelen
meer draaien.
Onderhouds- en servicewerkzaamheden
aan explosieveilige pompen moeten wor-
den uitgevoerd door Grundfos of een er-
kend servicebedrijf.
Gebruik bij reparaties altijd originele servi-
ceonderdelen van de fabrikant om de juis-
te afmetingen van de spleetwijdte van het
vlampad te waarborgen.
De bouten die in de motor worden gebruikt
moeten klasse A4-80 of A2-80 zijn, over-
eenkomstig EN/ISO 3506-1. VER 2.
Een defect lager kan de Ex-veiligheid ver-
minderen.
WAARSCHUWING
Chemisch gevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Spoel de pomp grondig met schoon
water, voorafgaand aan onderhouds-
en servicewerkzaamheden. Spoel de
pomponderdelen schoon na demonta-
ge.
Onderhoudsschema
Inspecteer pompen die normaal in bedrijf zijn
eenmaal per jaar.
Controleer het volgende:
•
Stroomverbruik
•
Oliepeil en -kwaliteit
•
Kabeldoorvoeren Zorg ervoor dat de
kabeldoorvoeren waterdicht zijn, dat de kabels
niet geknikt of afgekneld zijn en dat de
kabelhulzen geen visuele defecten hebben.
•
Speling van de waaier
•
Pomponderdelen Controleer de pomponderdelen
op mogelijke slijtage. Vervang defecte
onderdelen.
•
Kogellagers Controleer de as op luidruchtig of
zwaar bedrijf. Draai de as met de hand. Vervang
defecte lagers. Een algemene revisie van de
pomp is vereist in geval van defecte lagers of
slechte werking van de motor. Deze
werkzaamheden dienen door een erkend
servicebedrijf te worden uitgevoerd. Lagers
worden levenslang gesmeerd.
•
Trilling Als de pomp trilt op een abnormaal
niveau, schakelt u de pomp niet opnieuw in totdat
de oorzaak van de storing is geïdentificeerd en
verholpen.
Trillingen kunnen een te hoge temperatuur
veroorzaken bij droog opgestelde pompen.
De WIO-sensor moet ook worden gecon-
troleerd tijdens het verversen van de olie
of ten minste eenmaal per jaar.
Controle van WIO-sensor
Tijdens de test moet de WIO-sensor op zijn plaats
blijven. Als de sensor niet correct werkt, moet deze
worden vervangen.
Haal de sensor niet uit elkaar en verwijder
deze niet uit de oliekamer.
Als u de sensor wilt testen, meet u de stroom die er
doorheen stroomt en vergelijkt u de waarden met de
onderstaande tabel.
Waarde
Uitleg
Kabelbreuk/
0 mA
sensorstoring
Geen olie in olie-
3,8 mA
kamer
4-10 mA
Normaal bedrijf
Water in olie,
>10 mA
mogelijk lek
Olie controleren en verversen
Controleer de olie in de oliekamer elke
3000 bedrijfsuren of ten minste eenmaal
per jaar, of als de asafdichting is vervan-
gen.
Gebrek aan olie kan oververhitting en
schade aan de mechanische asafdichtin-
gen tot gevolg hebben. De WIO-sensor in
de oliekamer activeert het alarm als de
oliekwaliteit of -hoeveelheid onvoldoende
is of als er geen olie in de oliekamer is.
De zelfontbrandingstemperatuur voor de
olie moet boven 250 °C liggen. Gebruik
één van de volgende mogelijkheden:
•
Elf Performance Polytraffic 10W-40
•
Total Rubia Polytraffic 10W-40
•
Pennzoil SAE 10W-40.
Meetevaluatie
Vervang de WIO-sen-
sor.
Voer de test uit wan-
neer de oliekamer
leeg is.
Voer de test uit als de
oliekamer vol is.
Controleer de afdich-
tingen, mogelijk wa-
terlek.
263