REMKO HTL 200-EC / 250-EC
Verhelpen van storingen
Het apparaat start niet
LET OP
Voor alle werkzaamheden
aan de apparaten moet de
netstekker uit de contactdoos
zijn verwijderd.
1. Controleer de stroomaansluiting.
2. De bedrijfsschakelaar in stand "1"
(verwarmen) zetten.
3. De brugstekker
of evt. de stekker van
de ruimtethermostaat op
juiste bevestiging resp. contact
controleren.
4. De instelling van
deruimtethermostaat controleren.
De ingestelde temperatuur moet
hoger zijn dan debeschikbare
ruimtetemperatuur.
5. Controleer of de
veiligheidstemperatuurbegrenzer
(STB) is geactiveerd.
6. Voor een STB-reset moet absoluut
de oorzaken worden geanalyseerd
en worden verholpen.
De volgende oorzaken kunnen
evt. mogelijk zijn:
- Het apparaat kon niet nakoelen,
aangezien de stroomvoorziening
onderbroken was.
- Te hoge uitblaastemperatuur
door ondeskundige
luchtgeleiding bij slangbedrijf.
- Geen vrije resp. voldoende luchtin-
of luchtuitlaat beschikbaar.
7. De bedrijfsschakelaar in stand
"2" (ventileren) zetten.
Als de toevoerventilator nu
start, moet de fout evt. in het
bereik van de brander worden
gezocht.
18
Ventilatorbrander
en energievoorziening
1. Het oliefilter op vervuiling
controleren. Vervuilde filter(s)
vervangen.
2. Controleer of alle afsluitkranen
voor de olievoorziening zijn
geopend.
3. Het brandstofreservoir
controleren op voldoende
vulhoeveelheid.
4. De verwarmingsolie op
paraffine-afzetting controleren.
Reeds mogelijk vanaf 5 °C!
5. De olievoorziening op schade
of evt. lekkages controleren.
6. Sensor resp. capillaire
buis van de drievoudige
combinatieregelaar op schade
controleren (zie beschrijving
"Veiligheidsinrichtingen")
7. Controleer of het storingslampje
"Branderstoring" brandt, zo ja,
de brander-reset uitvoeren.
8. De ventilatorbrander ook
evt. op vervuiling van het
mondstuk, de ophopingsschijf,
filter enz. controleren.
LET OP
Als de ventilatorbrander
tijdens het starten nog een
storing meldt, mag nogmaals
een ontgrendeling worden
uitgevoerd na een wachttijd
van 5 minuten.
Verdere ontgrendelingen
moeten absoluut
achterwege blijven
(gevaar op verbranding!).
Toevoerventilator start niet
1. Controleer of schakelrelais K1 is
aangehaald.
2. Ventilatorschoepen op soepel
en vrij lopen controleren.
3. Zekeringen F1- F3 in
de schakelkast controleren.
4. Elektrische kabels op
deventilator op evt. schade
controleren.
5. De temperatuurregelaar (TR)
met juiste middelen op goede
bevestiging controleren.
LET OP
Reparatie- en
onderhoudswerkzaamheden aan
de brander mogen om wille van
veiligheidsredenen uitsluitend
worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel.