Ventielinstellingen
De doseerventielen en doorspoelventielen zijn in de
fabriek ingesteld met de zeskantmoer (E) 1-1/4 slag
naar buiten vanaf de volledig vergrendelde positie.
Figure 13 Ventielafstelling
334069E
Uitschakelen
1. Spoel het gemengde materiaal uit het systeem
om verwerkingstijdfouten en aanzetten van
vloeistof in de leidingen te vermijden. Zie
Doorspuiten, page
2. Volg de
Drukontlastingsprocedure, page
3. Sluit het hoofdluchtafsluitventiel op de
luchttoevoerleiding en op de bedieningskast af.
4. Druk op
op de displaymodule om de
voeding naar de pompen uit te schakelen.
5. Schakel de systeemspanning uit (0-stand).
OPMERKING: Wanneer u een zuurkatalysator
verpompt, moet u het zuur altijd uit het systeem
spoelen door de katalysatorzijde van de doseerder
volledig door te spoelen om onnodige blootstelling
aan de zuurkatalysator te voorkomen.
Bediening
26.
28.
29