Systeemfouten
Alarm en beschrijving
QTA1 of QTB1
Fout met doseertijd
De pistooltrekker is actief, maar
er wordt tijdens de
geselecteerde doseertijd geen
beweging gedetecteerd bij
pomp A (QTA1) of pomp B
(QTB1).
QLAX of QLBX
Lekkagefout
Pomp A (QLAX) of pomp B
(QLBX) werkt als alle ventielen
dicht zijn.
DJA1 of DJB1
Fout lineaire sensor
Het systeem kan de
lineaire-positiesensor van pomp
A (DJA1) of pomp B (DJB1) niet
detecteren of de positieaflezing
is ongeldig.
DKA1 of DKB1
Fout reed-schakelaar
Het systeem kan de sensor van
de bladveerschakelaar van
pomp A (DKA1) of pomp B
(DKB1) niet detecteren of
detecteert een ongeldige status.
P4A1 of P4B1
Fout te hoge druk
Het systeem meet een te hoge
druk bij pomp A (P4A1) of pomp
B (P4B1).
P6A1 of P6B1
Fout drukomvormer
Druk bij omvormer A (P6A1)
niet detecteerbaar, of druk bij
omvormer B (P6B1) niet
detecteerbaar.
DDA1 of DDB1
Fout duiken/cavitatie
Pomp A (DDA1) of pomp B
(DDB1) duikt of er treedt
cavitatie op.
60
Oorzaak
Het systeem staat op Mengen en de trekker
van het pistool wordt slechts half ingedrukt
waardoor er wel lucht maar geen vloeistof
door het pistool stroomt.
De stroomsnelheid voor de vloeistof is te laag. Verhoog de stroomsnelheid.
De aandrijving voor de kleppen van
component A of B is traag.
Pomp A of B heeft geen luchtdruk.
Er is een luchtlek onder de
luchtstroomschakelaar.
De schakelaar voor de luchtstroming zit vast
en staat open.
Lekkage doseerventiel A of B
Pomp A of B zit niet goed op zijn plaats en
blijft bewegen/kruipen.
Sensor niet herkend door het systeem.
Magnaat is eraf gevallen.
De sensorwaarden liggen buiten het bereik.
De bladveerschakelaar is achterstevoren
geïnstalleerd.
De bladveerschakelaars zitten vast of beide
bladveerschakelaars staan tegelijkertijd aan
De magneet in het luchtventiel werkt niet
goed.
De pompluchtdruk is te hoog ingesteld.
Er treedt thermische uitzetting in de leidingen
op.
Storing aan drukomvormer.
Storing aan drukomvormer.
Vloeistoftoevoer is leeg.
De verdringerpomp zit niet goed op zijn
plaats.
Lucht in vloeistoftoevoersysteem.
Oplossing
Duw de trekker van het pistool volledig
in.
Zie Fout - lage verhouding en Fout -
hoge verhouding op pagina 58-59.
Controleer of de hoofdluchttoevoer is
ingeschakeld en of de ventielen
openstaan.
Controleer de luchtslangen op lekken
en herstel.
Reinig of vervang de
luchtstroomschakelaar.
Vervang de ventielnaald en de zitting.
Vervang de pakkingen, kogels en
zittingen van de pomp.
Controleer of de sensor is aangesloten.
Controleer of de sensor en de AFCM
functioneren. Controleer de
kabelverbindingen. Vervang eventuele
onjuist functionerende componenten.
Vervang de magneet en houder aan de
bovenzijde van de luchtmotorzuiger.
Controleer of de sensor er volledig is
ingedraaid.
Keer de bladveerschakelaar 180
graden om en lijn deze uit met de
magneet in het luchtventiel.
Controleer of de kabel aan beide
uiteinden is aangesloten. Controleer of
de bladveerschakelaar, de kabel en de
AFCM functioneren. Vervang eventuele
onjuist functionerende componenten.
Controleer of de magneet correct is
geïnstalleerd en functioneert.
Verlaag de druk op de luchttoevoer
naar het systeem of de pompen.
Ontlast de druk als het systeem inactief
is geweest. Verlaag de omgevings-
temperatuur.
Vervang de omzetter. Controleer of de
kabel en de AFCM functioneren.
Vervang de omzetter. Controleer of de
kabel en de AFCM functioneren.
Vul het vloeistoftoevoersysteem bij.
Vervang de verdringerpomp en vervang
de pakkingen, kogels en zittingen.
Draai alle fittingen aan.
3A1665K