Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Graco ProMix 2KE Bedieningshandleiding pagina 58

Verberg thumbnails Zie ook voor ProMix 2KE:
Inhoudsopgave

Advertenties

Systeemfouten
Alarm en beschrijving
R1
Fout - lage verhouding
De mengverhouding is lager
den de ingestelde tolerantie
voor een A naar B
componentvolume.
58
Oorzaak
Er is teveel restrictie in het
systeem.
Als het alarm tijdens de start optreedt, na het
doorspuiten, dan was de stroomsnelheid
waarschijnlijk te hoog.
Als het alarm optreedt als u al enige tijd aan
het spuiten bent, is de druk van de
vloeistoftoevoer op beide materialen mogelijk
niet in balans.
Trage activering van de kleppen van
componenten A of B. Dit kan de oorzaak zijn:
De luchtdruk naar de ventielaandrijving is
te laag.
Er is iets dat de relais van de leiding
blokkeert en in de weg zit van de lucht
voor de aandrijving de van de klep.
Doseerventiel B is te ver naar binnen
gedraaid.
Doseerventiel A is te ver naar binnen
gedraaid.
De vloeistofdruk is hoog en de luchtdruk
is laag.
Oplossing
Controleer of het systeem volledig
geladen is met materiaal.
Controleer of het cyclusbereik van
de toevoerpomp goed is ingesteld.
Controleer of de spuittip/-tuitje de
correcte grootte heeft voor de
stroom en de toepassing, en dat
het niet verstopt zit.
Controleer of de vloeistofregulator
goed ingesteld is.
Beperk de beweging van de
pistoolnaald om de eerste
vloeistofafgifte in te perken tot de
vloeistofslangen volledig zijn gevuld
met materiaal.
Stel de druk van de regelaars van de
vloeistoftoevoer naar componenten A
en B zo in dat ze ongeveer gelijk zijn.
Als de druk al ongeveer gelijk is,
controleer dan of de doseerventielen
voor component A en B goed
functioneren.
Bedien de magneetventielen van
doseerventiel A en B handmatig, zoals
aangegeven in de handleiding
Reparatie/Onderdelen, om te kijken of
deze goed werken.
Verhoog de luchtdruk. De luchtdruk
moet tussen 75-120 psi
(0,52-0,84 MPa; 5,2-8,4 bar)
bedragen, 120 psi (0,84 MPa;
8,4 bar) is aanbevolen.
Er kan vuil of vocht in de
luchttoevoer zitten. Zorg voor
geschikte filtratie. Controleer of de
magneetventielen functioneren.
Zie Ventielinstellingen op pagina
37 voor aanpassingsrichtlijnen.
Stel de luchtdruk en de
vloeistofdruk in. Zie de aanbevolen
luchtdruk hierboven.
3A1665K

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave