Waarschuwingen
INTRINSIEKE VEILIGHEID
Intrinsiek veilige apparatuur die onjuist wordt geïnstalleerd of wordt aangesloten op niet-intrinsiek veilige
apparatuur leidt tot een gevaarlijke toestand en kan brand, explosie of elektrische schokken veroorzaken.
Volg de lokale voorschriften en de volgende veiligheidsvereisten.
• Alleen de modellen met modelnummers 24F102-24F115 en 24Z018, die gebruikmaken van de
luchtgestuurde wisselstroomgenerator, zijn goedgekeurd voor installatie in een gevaarlijke locatie
(explosieve atmosfeer). Zie
• Zorg dat uw installatie voldoet aan de nationale, regionale en lokale voorschriften voor de installatie
van elektrische apparaten op een gevaarlijke locatie van Klasse I, Groep D, Divisie 1 (Noord-Amerika)
of Klasse I, Zones 1 en 2 (Europa), inclusief alle lokale brandvoorschriften, NFPA 33, NEC 500
en 516 en OSHA 1910.107.
• Voorkom brand en explosies o.a. als volgt:
• Installeer apparatuur die alleen is goedgekeurd voor niet-gevaarlijke plaatsen niet op een gevaarlijke
plaats. Zie het identificatielabel voor de intrinsieke veiligheidscategorie van uw model.
• Vervang de systeemcomponenten niet, aangezien dit een negatieve uitwerking kan hebben
op de intrinsieke veiligheid.
• Apparatuur die in contact komt met de intrinsiek veilige aansluitklemmen, moet zijn aangemerkt
als intrinsiek veilig. Hieronder vallen DC-spanningsmeters, ohmmeters, kabels en aansluitingen.
Verwijder het apparaat uit de gevarenzone bij het zoeken naar storingen of fouten.
• De apparatuur is intrinsiek veilig wanneer er geen externe elektrische onderdelen op zijn aangesloten.
• Niet aansluiten, downloaden of het USB-apparaat verwijderen tenzij de eenheid is verwijderd uit
de gevaarlijke plaats (explosieve atmosfeer).
GEVAAR VOOR INJECTIE DOOR DE HUID
Materiaal dat onder hoge druk uit het pistool, uit lekkende slangen of uit beschadigde onderdelen komt,
dringt door de huid naar binnen. Dit kan eruitzien als een gewone snijwond, maar het gaat om ernstig letsel
dat zelfs kan leiden tot amputatie. Raadpleeg onmiddellijk een medisch specialist.
• Spuit niet als de spuittipbeveiliging en trekkerbescherming niet zijn aangebracht.
• Vergrendel de trekkervergrendeling altijd wanneer u niet spuit.
• Richt het pistool niet op iemand of op een lichaamsdeel.
• Houd nooit uw hand voor de spuittip.
• Probeer nooit lekkages te stoppen met uw handen, het lichaam, handschoenen of een doek.
• Volg altijd de Drukontlastingsprocedure wanneer u ophoudt met spuiten en vóór reiniging,
controle, of onderhoud aan de apparatuur.
• Draai steeds eerst alle vloeistofkoppelingen goed vast voordat u de apparatuur in werking stelt.
• Controleer de slangen en koppelingen elke dag. Vervang versleten of beschadigde onderdelen onmiddellijk.
6
WAARSCHUWING
Modellen , pagina 3 .
3A1665K