Vereisten voor een intrinsiek veilige installatie
Vervang of wijzig geen systeemcomponenten,
aangezien dit de intrinsieke veiligheid kan aantasten.
Lees de instructiehandleidingen met betrekking tot de
installatie, het onderhoud en de bedieningsinstructies.
Apparatuur die alleen is goedgekeurd voor
niet-gevaarlijke locaties niet op een gevaarlijke locatie
installeren. Zie het identificatielabel voor de intrinsieke
veiligheidscategorie van uw model.
18 PSI
ALTERNATOR
1.5 FCM
MODULE
(MIN)
A
. 1. Installatie op gevaarlijke locatie
FB
3A1665K
Gevaarlijke (geclassificeerde) locaties
Klasse 1, Div 1, Groep D, T3 (VS en Canada)
Klasse 1, Zone 1, Groep IIA, T3 (alleen ATEX)
10' CAN CABLE
50' OPTION
2' CAN CABLE
20" CAN CABLE
LINEAR SENSOR/
REED SWITCH CABLE
"A" REED
SWITCH
"A" LINEAR
SENSOR
"A" PRESSURE
TRANSDUCER
1.
De installatie moet voldoen aan de Amerikaanse
National Electric Code, NFPA 70, Artikel 504 resp.,
Artikel 505 en ANSI/ISA 12.06.01.
2.
Meervoudige aarding van componenten is alleen
toegestaan als er sprake is van een equipotentiaal
systeem met een hoge integriteit tussen de verbonden
punten.
3.
Voor ATEX: installeer volgens EN 60079-14 en volgens
de geldende plaatselijke en nationale normen.
USB MODULE
FLUID
CONTROL
MODULE
"B" REED
SWITCH
"B" LINEAR
SENSOR
"B" PRESSURE
TRANSDUCER
LINEAR SENSOR/
REED SWITCH CABLE
Installatie
USER INTERFACE
MODULE
13