Aarding
De apparatuur moet worden geaard. Aarding verlaagt
de kans op statische en elektrische schokken omdat het
een ontsnappingsdraad biedt voor de elektrische
stroom die ontstaat als gevolg van statische elektriciteit
en bij eventuele kortsluiting.
Sluit de aardingsdraad van de
aardingsschroef. Verbind de aardklem met een werkelijk
geaarde massa. Als er een wandcontactdoos wordt gebruikt
om de bediening van stroom te voorzien, aardt u de
elektriciteitsaansluiting volgens de plaatselijke voorschriften.
A
. 8. Aardingsschroef en voedingsschakelaar
FB
Pistoolspoelkast
Sluit een aarddraad aan vanaf het aardingslipje van de
pistoolspoelkast op een echt aardingspunt.
Toevoerpompen of drukpotten
Sluit een aarddraad en een klem aan vanaf een echt
aardingspunt op de pompen of potten. Zie de handleiding
van de pomp of de drukkamer.
3A1665K
ProMix 2KE aan op de
Hoofdschakelaar
Aardschroef
TI15712a
Lucht- en vloeistofslangen
Gebruik alleen geaarde slangen.
Spuitpistool
Volg de aardingsinstructie in uw pistoolhandleiding op.
•
Niet-elektrostatisch: Aard het spuitpistool door
aansluiting op een door Graco goedgekeurde geaarde
vloeistoftoevoerslang.
•
Elektrostatisch: Aard het spuitpistool door middel
van een aansluiting op een door Graco goedgekeurde
geaarde luchttoevoerslang. Sluit de massadraad van de
luchtslang aan op een echt aardingspunt.
Vloeistoftoevoerhouder
Volg de plaatselijk geldende voorschriften.
Het te spuiten object
Volg de plaatselijk geldende voorschriften.
Alle emmers met oplosmiddel die worden
gebruikt tijdens het doorspoelen
Volg de plaatselijk geldende voorschriften. Gebruik alleen
geleidende metalen emmers/opvangbakken; plaats ze op
een geaarde ondergrond. Plaats de emmer/opvangbak niet
op een niet-geleidende ondergrond, zoals papier of karton,
aangezien daardoor de continuïteit van de aarding wordt
onderbroken.
De weerstand controleren
De weerstand tussen onderdelen en het werkelijke
aardingspunt moet minder zijn dan 1 ohm om een
goede aarding te waarborgen.
Installatie
21