Opmerking:
Hoewel de instellingen in Windows-toepassingen vaak voorrang hebben
op die in de printerdriver, is dat niet altijd het geval. Het is daarom
raadzaam te controleren of de printerdriverinstellingen naar wens zijn
ingesteld.
De printerdriver openen vanuit een
Windows-toepassing
Volg deze stappen om de printerdriver te openen vanuit een
Windows-toepassing:
Opmerking:
De stappen in deze procedure bevatten algemene richtlijnen voor het
openen van de printerdriver. De procedure kan voor elke toepassing
anders zijn. Voor meer details raadpleegt u de handleiding van uw
toepassing.
1. Klik in het menu File (Bestand) van uw toepassing op Print
Setup (Printerinstelling) of Print (Afdrukken). Het
dialoogvenster Print Setup (Printerinstelling) of Print
(Afdrukken) verschijnt. Raadpleeg het gedeelte "De
printerdriverinstellingen veranderen" op pagina 3-6 voor
meer informatie over de instellingen in dit dialoogvenster.
2. Controleer of uw printer is geselecteerd, en klik op Printer,
Setup of Options (Opties). (Het kan zijn dat u op twee of meer
van deze knoppen moet klikken.) Het dialoogvenster Options
wordt geopend. Zie "De printerdriverinstellingen
veranderen" op pagina 3-6 om de instellingen te veranderen.
Opmerking:
Om de printerdriver onder Windows 3.1 te openen vanuit het Control
Panel (Configuratiescherm) dubbelklikt u in het venster Main
(Hoofdgroep) op het pictogram Control Panel (Configuratiescherm) en
vervolgens op het pictogram van de printer. Selecteer de printer en klik
vervolgens op Setup (Instellen).
De printersoftware gebruiken
3
3-5