4. Selecteer de gewenste opties en volg de instructies op het
scherm.
5. Wanneer de installatie is voltooid, klikt u op het
deurpictogram om het installatieprogramma af te sluiten.
Het installatieprogramma selecteert automatisch de LX-300+ als
de standaardprinter voor Windows-toepassingen.
Voor informatie over starten en het gebruik van de software, zie
hoofdstuk 3, "De printersoftware gebruiken."
Voor DOS-gebruikers
Als u wilt afdrukken vanuit DOS-toepassingen, moet u de printer
of een andere beschikbare printer in de lijst met printers van uw
toepassing selecteren.
Kies EPSON LX-300+/LX-1170 wanneer tijdens de configuratie
of installatie van de DOS-toepassing naar een printer wordt
gevraagd. Als de LX-300+/LX-1170 niet in de printerlijst van de
toepassing voorkomt, kiest u de eerste van de onderstaande
printers die in de printerlijst voorkomt:
Voor LX-300+
LX-300
LX-810/850
LX-80/86
FX-850
FX-86e/800
Als u kleuren wilt gebruiken, moet u de LX-300+, LX-300, JX-80
of EX-800 kiezen. De andere printer kunnen geen kleuren
gebruiken.
JX-80
EX-800
Elke FX-printer
EPSON-printer
Draft-printer
De printer bedrijfsklaar maken
1
1-23